Waarom is er zoveel heisa rond de vrouw in de kerk? Een intrigerende vraag. Een gebied met landmijnen. Als ik in deze blog op zo’n mijn trap dan kan er een heftige explosie ontstaan. Het woord ‘mijn’ heeft daarbij een prachtige (meer dan) dubbele betekenis. Het refereert aan die beroemde uitspraak van  Abraham Kuyper in 1880: “geen duimbreed is er op het erf van ons menselijke leven waarvan Christus niet roept: Mijn”. Ik ben het met ‘Abraham de geweldige’ eens dat Jezus het uiteindelijk altijd voor het zeggen heeft. Dat hij altijd de Laatste Man in ons leven is. Dat Hij altijd kan zeggen: hier ga Ik over. Vervolgens nemen we als mensen standpunten in. Trekken we grenzen. En voel je: raak dit terrein niet aan. Dit is heilig voor mij. Dit is mijn terrein. Betreed je het met voeten dan explodeer ik. Vrouw & Kerk is zo’n terrein met ‘mijnen’.

Waarom zo’n heisa rond de vrouw in de kerk? Waarom de vrouw, waarom geen heisa rond de mannen? Er is veel studie gedaan naar man en vrouw. Eindeloos veel. Mijn voorspelling is dat je op de volledige lijn van ‘volstrekt gelijk, afgezien van verwaarloosbare uiterlijke vormen’ tot ‘volstrekt ongelijk’ studies kunt vinden die je gelijk bevestigen. Zijn man en vrouw gelijk? Ja. Zijn man en vrouw verschillend? Ja. De gelijkheid van man en vrouw maakt dat we samen optrekken in deze maatschappij. Elkaar aanvullen en om beurten op kop rijden. De ongelijkheid van man en vrouw maakt dat het onderwijs snakt naar mannen en het leger snakt naar vrouwen. Mannen hebben de neiging over vrouwen te heersen. En vrouwen hebben de neiging om begerig naar de positie van de man te kijken. Maar de man raakt door het heersen zijn, de, vrouw kwijt. Ze sterft in verkrampte schoonheid. En de vrouw raakt door haar begeerte haar, de, man kwijt. Hij sterft in verweekte sterkte.

Waarom zo’n heisa rond de vrouw in de kerk? Stel nou dat de vrouw predikant, voorganger, priester, paus – give it a name – zou worden. Dat gun ik hen. En ik gun het hen niet. Ik gun het de vrouw om te stralen, gaven te gebruiken, tot haar recht te komen op alle terreinen van het leven. En ik gun het hen niet. Omdat bij het rekruteren van nieuwe voorgangers sex appeal een factor zal worden. Niet overtuigd? Kijk maar even welke dames voorgangers in de bladen en de kranten verschijnen, in gremia worden gekozen. Anders dan bij mannen. Maar meer nog gun ik het hen niet omdat ik denk dat de meerderheid van de mannen complementair is. Ze vullen aan. Ik herinner me heel goed dat moment dat we in Afrika aan een school werkten. Mijn vrouw zag een paar Afrikaanse mannen verven. Kan ik jullie helpen? vroeg ze. Jawel hoor. Eén van de mannen gaf haar zijn kwast en ging zelf in het gras liggen kijken. Zoiets. De meeste mannen hoeven in de kerk niet zo nodig. In het bedrijfsleven is het ook te zien. Vrouwen die aan de top willen staan. Maar als je er geweest bent dan weet je dat de top omgeven is van verleidingen en eenzaamheid. Dat de top niet automatisch ultiem geluk en bestemming betekent. In veel kerken staan mannen niet meer te springen om voorganger of oudste te worden. En als er op zo’n moment een theologische opening voor vrouwen komt dan kunnen mannen zomaar een stap opzij doen.

Waarom zo’n heisa rond de vrouw in de kerk? Eigenlijk zou je dat niet verwachten, al die heisa. De afgelopen halve eeuw is de kerk vreselijk vrouwelijk geworden. En daarmee bedoel ik niet dat vrouwelijk equivalent is aan vreselijk. Ik hou van vrouwen. Wat ik wel bedoel is dat we doorgeslagen zijn in de zachte waarden. Het ‘heb elkaar lief’ laat momenteel weinig ruimte meer voor ‘wees sterk en moedig’. In veel kerken gaat het over liturgische kleuren en gaan de liederen over zinnen als – pak hem beet – ‘God die in je diepste zelf een sluimer legt van eindeloze rust’. Dat soort. Voor mij is dat de esoterische taal van het feel good geloof, geestelijke zelfmassage die ver afstaat van Jezus’ ‘ik ben de weg, de waarheid en het leven’. Mannen kunnen veel hebben, maar glippen op een gegeven moment stilletjes weg. Om zich vervolgens te verliezen in mannendingen als de 4e Musketier en fikavonden. Het is zaak dat het ‘wees sterk en moedig’ een eervolle plaats hervindt binnen de kerk. Dat de man weer voorgaat in het leven met de Heer. Priester van zijn gezin is en ‘ik en mijn huis, wij zullen de Heer dienen’ als credo voert. Krachtig voorbede gaat doen. En de vrouw laten bloeien.

Waarom zo’n heisa rond de vrouw in de kerk? Eerst is Adam geschapen. Eva is uit hem gebouwd. En daarbij was er maar één uitnemend en dat was God. Vergeleken met God zijn de verschillen tussen man en vrouw verwaarloosbaar. Liever dan de vragen rond de vrouw in de kerk stel ik de volgende vraag: ‘Waarom zo’n heisa rond de mens in het heelal’? Daarmee wil ik de vraag rond de vrouw in de kerk niet bagatelliseren – daar kunnen we gelovig luisterend naar de Bijbel heel verschillend over denken. Ook wil ik niet – zoals de identiteitsadviseurs van Verus, het adviesorgaan voor het Protestants Christelijk onderwijs, voorstaan – het grondslagdenken verlaten en inleveren voor het perspectiefdenken en door meerdere religies gedeelde dromen. Wat ik wel bedoel is dit: De velden zijn wit om te oogsten, maar arbeiders zijn er weinig. Die hebben het te druk met zichzelf.

Laat ik afsluiten met een vrij boute stelling waarin ik het bovenstaande samenvat: Zodra mannen de leidinggevende taken aan vrouwen overdragen in de kerk zou dat de vrouwen eerder moeten verontrusten dan dat het ze zou moeten strelen. 

Kerk & Vrouw