Ik hoorde vandaag dat iemand zich had beklaagd over het assortiment van onze Supermarkt. Wat ze hebben is bijna over datum en wat ze niet hebben ook. Verder hebben ze lang niet alles, zo heet het dan. Als je deze mensen een beetje voedt hier en daar, en je zet zelf niet vaak een stap in de Supermarkt dan ontstaat vanzelf het beeld van een recalcitrant Supermarktding dat ons arme dorpelingen een uiterst schraal assortiment door de neus probeert te boren waar smaak nog kleur aanzit.

Vervolgens voeg je nog het ingredient oost-europeaan toe. De polen, bulgaren, de you go- en andere Slaven die ons dorpje bewerken. Ze drinken blikbier, eten sjips en doen vooral ongezonde dingen. Af en toe komt er eentje om door slechte ventilatie enzo. Maar ze nemen door hun gedrag wel massaal af van de Supermarkt. En dus kun je makkelijk het argument invoegen dat deze Slaven het assortiment laten eroderen.

Na een half uurtje tegen deze onzin aangeleund te hebben doe ik weer eens een stap in de Supermarkt. Nee, het is nog steeds dezelfde Supermarkt. Met nog steeds diverse tiepjes koekies, koffie met en zonder kaffeine. Thee met smaken waarvan je niet wist dat die geschapen waren. Tig soorten vlees, varierend van beenham tot reerug en koeiedingesen. Bier in pakken, blikken, flessen, dozen, kratten. Tandpasta in zoveel soorten en smaken dan je elke dag weer een origineel gebid kunt hebben.

Oke, misschien speel ik niet helemaal eerlijk. We hebben als gezin in Oost Europa gewoond en dat heeft ons beeld van onze consumptie nogal beinvloed. We kopen hier graag 30% afgeprijsde spullen, hebben helemaal geen moeite met een blik met een deuk erin of een wikkel die gewond is geraakt in de strijd om de aanlevertijden.

Maar hoe ook, dat geklaag vind ik echt de waanzin ten top. We hebben elke dag gevarieerd te eten. Kunnen meer aanschaffen dan we aan kunnen. Hebben naast eten voldoende te drinken in allerlei smaken. Waar komt die honger en dorst naar andere spullen vandaan? Hoezo moet het altijd maar meer? Ik denk dat het vooral triest weergeeft dat we niet meer kunnen genieten van het eenvoudige, van wat door de Schepper in onze hand gelegd wordt. Oke, ik denk dat ik in de woestijn ook had geklaagd als ik jaren manna en kwakkels had moeten eten. Maar kijk nou eens hoeveel meer de Supermarkt heeft dan manna en kwakkels! In die zin is het nuttig om op TV zo’n beeld van Egypte te zien, waarbij er even een paar dagen geen Supermarkt is. Dan besef je pas dat zelfs een 30% afgeprijst toetje nog steeds een geschenk uit de hemel is.