Dit is een tijd van pijn, van eenzaamheid. Van zoeken naar geborgenheid. Van weg willen schuilen, erkenning krijgen. Ergens bij willen horen. Horen dat je waardevol bent en ertoe doet. Die hunkering zit enorm diep, merk ik.

In meerdere evangelische kerken, waarvan wij momenteel de diensten meemaken, via de livestream gaat het heel veel hierover. De Vader die met Zijn armen wijd open staat en zegt: Ik hou van je. Kom bij Mij allen die vermoeid en belast zijt. Je mag komen zoals je bent. Je bent goed. God houdt van je, wie je ook bent en wat je ook doet. Welkom thuis. Je bent aanvaard en mooi in Gods ogen.
Liefde, herstel, troost, volledig jezelf zijn, schuilen en huilen. Zijn
hartklop voor jou en de wereld. Vertoef in Zijn open armen. Welkom thuis, de Vader wacht op je. En zo is het ook. God wil niks liever dan dat je bij Hem komt. Je bij Hem thuis voelt. En God wil dat wij op dezelfde manier omgaan met iedereen om ons heen.

Ik heb boven dit stukje gezet ‘ook ik veroordeel u niet. Het is een fragment
uit Joh. 8: ‘Ook Ik veroordeel u niet’. En ook in Joh. 12. staat het ‘Ik ben
niet gekomen om over de wereld te oordelen, maar om de wereld te redden’. Dat kan goed voelen en tegemoet komen aan je behoefte aanvaard te worden. En ik heb de neiging om het daar maar bij te laten. Zeker voor deze tijd van verwarring. Eerst maar eens je diep gekend weten, je koesteren in Gods liefde. De kerk is al veroordelend genoeg geweest. Heeft zoveel mensen teleurgesteld door een harde boodschap. Misschien is deze tijd wel bij uitstek geschikt voor zalvende woorden. Even lucht en bijkomen. Totdat er betere tijden komen.

En toch voel ik jeuk bij die benadering. Er is geen tijd meer te verliezen.
De Romantische en Verlichte tijdgeest dringt zich steeds heftiger aan ons op
met onder andere de checks ‘voelt het goed?’ en ‘what’s in it for me?’. We
leren om niets te oordelen, maar alles te omarmen: ‘niets is goed of fout; het
is zoals het is’. Dan is ‘Ik veroordeel u niet’ een prettige boodschap om te
blijven plakken. Maar het is eenzijdig. De tekst in Joh. 8 gaat verder ‘ga
heen, zondig niet weer’. De tekst in Joh. 12 gaat verder ‘Wie Mij afwijst en
Mijn woorden niet aanneemt heeft al een rechter: alles wat ik gezegd heb zal op de laatste dag over hem oordelen’.

De manier waarop Jezus met mensen onderweg ging doet me denken aan de fasen van groepsvorming die Tuckman heeft onderscheiden. Het begint allemaal met forming. Ook bij Jezus. Oriënteren. Ik zie je en je mag er zijn. Ik wijs je niet af. Net als bij de overspelige vrouw. Jezus neemt de tijd. Pakt geen stenen om die naar haar te smijten. Daarna komt de fase van storming. Het zal verwarrend voor de vrouw geweest zijn dat Jezus zei: ‘wie zonder zonde is werpe de eerste steen’. Was dat een aanmoediging voor de Schriftgeleerden? Wie is deze man? Aan welke kant staat hij? Is hij betrouwbaar? Kan ik me aan hem overgeven? De mensen druipen af. Jezus is met haar alleen. ‘Ook Ik veroordeel je niet meis. Ga heen, zondig niet meer.’. Dat is norming. Jezus is niet bevoegd als rechter. Hij zegt niet ‘je bent veroordeeld’ maar spreekt haar evenmin vrij. Maar wel gelijk de norm: hou op met zondigen. Ze mag gaan. Of ze alsnog veroordeeld is weten we niet. Wel dat ze de fase van performing in gaat: haar leven veranderen. En daar was het Jezus om te doen.

Het is een voorbeeld van hoe we individueel, als gezin en als kerk mogen
optrekken met ieder die op ons pad komt. Elk in haar of zijn eigen unieke
levensfase. Het is echte levenskunst die we van Jezus leren. Jezus is er altijd
voor de mensen, heeft altijd tijd voor hen. Spreekt diepgaand en bewogen met hen. Weet de juiste woorden te vinden. En er zit altijd sturing in zijn
gesprek. Never a dull moment. Nooit koetjes en kalfjes. Altijd passie en
missie. Hij laat je nooit daar waar je bent, wil je altijd verderop brengen. Én
volledige aanvaarding én volledige bestemming. God is liefdevol én heilig. Bij Jezus mag je volkomen zijn wie je bent en wil hij je volkomen klaarmaken voor de eeuwigheid met Hem. Ik kan nog heel veel van Hem leren.