De BV Nederland heeft het zwaar deze tijd. Geloof ze niet, die mensen in Den Haag die zeggen dat we de zwaarste tijd gehad hebben want dat is niet waar. Het geeft enkel weer dat politici  niet anders kunnen dan vertrouwen uitstralen, want anders gaat hun stem verloren [mooie diepe zin trouwens].  En geloof ze maar wel die politici, want hoop geeft energie, levenslust en ‘VOC-mentaliteit’. Maar die VOC-vloot ligt momenteel in de haven te dobberen. Het aantal banen daalt. De export daalt. De kredietverlening aan de private sector is al in een glijvlucht sinds het begin van de crisis. De collectieve consumptieve bestedingen door de overheid zijn gekelderd. De gezinsconsumptie daalt ook. Het loonpeil is nog steeds laag. Door dit alles is het BBP omlaag geschoten naar het niveau waar in 2008 de crisis mee begon.

Overal merk je het effect van deze ontwikkelingen. Particulieren geven weinig uit. Bedrijven draaien minder omzet, teren in op hun eigen vermogen, merken dat banken minder soepel met de kredietfaciliteit omgaan en moeten uiteindelijk mensen ontslaan om niet kopje onder te gaan. Werkgevers verstrekken geen vaste contracten meer en/of verlengen tijdelijke contracten niet. Werkzoekenden merken dat er massaal gesolliciteerd wordt. Digitale massa-afwijzingen zijn normaal geworden. Ouderen, mensen-met-een-extra-uitdaging en nieuwe Nederlanders maken al helemaal geen kans meer. Logisch gevolg is de toename van ZZP-ers. Een win-win situatie waarbij de werkgever niet aan de ZZPer vast zit en de ZZPer werk heeft. In 2013 hebben 150.000 mensen een eigen bedrijfje gestart. Dat is 13% meer dan in 2012. Met name in de dienstensector wordt veel geZZPd. Maar tegelijkertijd is de ZZPer kwetsbaar. Fiscale maatregelen kunnen de ZZPer relatief hard raken. Ze moeten had knokken voor een redelijk inkomen. Veel ZZPers bezuinigen daarom op verzekeringen en pensioenvoorziening wat op de lange termijn extra risico’s met zich meebrengt.

Sinds ruim een jaar heb ik de gelegenheid om dieper kennis te maken met het verschijnsel werk, arbeid, werkloosheid en de bevrediging die werk geeft. Als 100% huisman en WW-er maak ik kennis met wat de VVD ‘de achterkant van de samenleving’ zou kunnen noemen. Want voor hen is ‘betaald werk’ de voorkant. Als je dagelijks of bijna dagelijks werkt dan ligt daar een groot deel van je focus, je omgang met andere volwassenen, je imago, je bijdrage aan (financiele) groei en je vooruitgang. Als je dagelijks thuis bent dan ligt daar je focus. Moet je het contact zelf zoeken en is je bijdrage vooral immaterieel, minder zichtbaar, minder aanwijsbaar en minder aantoonbaar.

Dit is een uitstekende tijd voor bezinning op het verschijnsel werk. Twee vragen. Ik herinner me dat een werkgever ooit aan een nieuw aan te stellen medewerker vroeg: ‘Hoeveel geld heb je nodig’? Dat vond ik toen een wat bijzondere vraag, gevormd als ik was door CAO zekerheden en maandelijks binnenkomende loonstroken. Maar ik denk dat het een hele kernachtige vraag is. Niet de vraag hoeveel je wilt hebben, maar hoeveel je nodig hebt om echt te leven zal steeds meer nadruk gaan krijgen. Om toe te komen aan wat je dierbaar is? De herijking van de geldvraag heeft neveneffecten. Ik zie dat mensen op zoek gaan naar besparing en versobering, primitivering van hun bestaan. Er wordt volop geruild, gedeeld, overgestapt en hout gestookt. De tweede vraag, minstens zo interessant is de vraag die de Heer ooit aan Mozes stelde: ‘wat heb je in je handen’? We hebben allemaal een unieke set aan gaven, capaciteiten gekregen. Het is de kunst om te ontdekken wat je in je handen hebt en daarvan uit te delen in een mix van betaald en onbetaald. Als we deze twee vragen goed doorleven worden we er rijker van, zelfs als de BV Nederland armer wordt.

BV Nederland