Zomaar een zinnetje uit het ND: ‘Ik denk dat een herbezinning op de rol van manager in onze maatschappij hard nodig is’. Met als aanleiding dat elk beroep dat met mensen werkt demoralisatie, burn-out, bore-out enzo ervaart. Met de suggestie dat dat allemaal door die managers komt. Welnu, ik ben een manager en voel de behoefte er wat over te zeggen.

a. Mee eens. Ook ik voel dat we doorgeschoten zijn in nutsdenken en dat economie vooral is gaan staan voor kwantitatieve resultaten. Aan alle kanten worden de teugels aangetrokken. Meer en meer wordt er lean aan kosten geschaafd waarbij met name de menselijke kant van het werk wordt afgeroomd. Ik heb het voorrecht enkele menselijke – vergeef me: vrouwelijke – beroepsgroepen van dichtbij te hebben meegemaakt. In het onderwijs heb ik gemerkt dat de administratieve lastendruk belachelijk hoog is. In de zorg heb ik gemerkt dat je alles wat riekt naar emotionele investering in je cliënt maar in je eigen tijd moet doen omdat die tijd niet declarabel is. In mijn werk als manager bedrijfsvoering bij 3xM merk ik dat er een voortdurende diarree aan regels op ons af komt die ik doorgeef in de organisatie. De accountant controleert de cijfers nog wel, maar is steeds meer gedwongen om eindeloos te praten over allerlei risico’s. HRM wetgeving verandert per jaar. Privacywetgeving brengt met het nieuwe AVG kosten mee die je niet in je doelstelling kunt stoppen. Het is aan ons, managers, om dat allemaal in goede banen te leiden. Daar houd ik van, maar doorgeschoten is het wel. Eens.

b. Niet zij, maar wij. De behoefte aan controle en beheersing leeft heel breed in Nederland, misschien wel in grote delen van de wereld. Is het de kredietcrisis geweest? Was het 9/11? Hoe ook, we zijn met elkaar niet ontspannener geworden, hebben minder vertrouwen en willen meer bewijs. Ministers worden door ons allen voor van alles op het matje geroepen en vertalen dat door naar hun ambtenaren. Voelen maatschappelijke druk om te controleren, te beheersen. We worden met z’n allen steeds mondiger, ook op scholen en in het ziekenhuis. En dus moet er steeds meer geprotocolleerd worden. Dekken steeds meer mensen zich in, onder andere tegen schadeclaims en juridische procedures. Een vicieuze cirkel die niet (alleen) bij managers vandaan komt, maar waar we met z’n allen debet aan zijn.

c. Het kan ook anders. Mijn collega bij 3xM verzuchtte vorig jaar eens of het allemaal wat minder beheersmatig kon. In het leidersteam – eigenlijk heet het managementoverleg beken ik – kwam ik zo vaak met procollen en andere beheersmatige herrie dat hij er niet meer tegen kon. We hebben daarop twee besluiten genomen. In de eerste plaats heb ik besloten om minder beheersmatige dingen ter bespreking aan te dragen. Meer bilateraal afronden met de directeur, meer ter info op de agenda en alleen het meest noodzakelijke ter bespreking. In de tweede plaats heb ik mijn diensten aangeboden aan mijn directe collega’s. Cross-functioneel. Laten we eens sparren over de problemen die jij op je afdeling ervaart, misschien kan ik daar met een bedrijfskundige blik wat aan toevoegen. Dus naast mijn collega in plaats van dat ik mijn managers-gedram over hen uitstort.

d. Maar het begint persoonlijk. Ten diepste denk ik dat de oorzaak ligt in dat zinnetje ‘wie God verlaat heeft smart op smart te vrezen’. De kerk is jarenlang de instelling geweest waar Nederland haar normen en waarden leerde. Leerde met elkaar om te gaan, ook met mensen die niet in je eigen voorkeursbubble zaten. Voorgehouden kreeg wat onbaatzuchtige liefde inhield. Het is wat guurder geworden in Nederland. Mijn vrouw en ik hadden van de week allebei zo’n ervaring dat we verbaasd realiseerden dat mensen op straat echt totaal langs elkaar heen leven. Zo weinig boodschap aan elkaar hebben. Druk zijn met zichzelf, eigen gedachten, eigen zorgen en hun digitale cocon. Willen we echt het managerskeurslijf te lijf gaan dan is de Bijbelse onbaatzuchtige liefde de beste oplossing. Laat er weer oog voor elkaar komen, vertrouwen in elkaar. Zodat er geen toename van regels meer nodig is omdat mensen – met vallen en opstaan – het beste voor elkaar gaan zoeken.