Het is weer volop spinnenseizoen. Prachtig zoals deze beestjes hun websites opbouwen en bewaken. En bijzonder hoeveel mensen ik tegenkom – vooral vrouwen – die bang zijn voor spinnen.

We hebben nogal wat spinnen in de tuin. Genoeg hoekjes en gaatjes om in te kruipen en nesten te bouwen. Ik moedig ze zelfs wat aan door mijn insectenhotel en door expres wat gaten in houten stammen te boren waarin ze kunnen schuilen. Elke morgen zie ik de prachtige kunstwerken tussen de takken hangen. Al die ragfijne benevelde draadjes met middenin een kruisspin, wachtend op zijn ontbijt. Af en toe vind ik het wat zielig als wij er vlak naast zitten te eten en die spin zit daar maar te wachten. Dan blaas ik wel eens een vlieg of een mug in het web. Want meestal weten die beestjes de talrijke webben toch wel te ontwijken. Knap hoor. Eenmaal in het web komt de spin razendsnel in actie. Op onnavolgbare wijze wikkelt hij zijn prooi in de altijd beschikbare webdraden. En gaat dan vrolijk weer in het midden zitten. Blijkbaar is dat eten voor een later moment. Prachtig stukje schepping!

Alleen maar leuk? Nee, ook ik baal wel als de spinnen in de hoekjes van de raamkozijnen gaan bivakkeren. Dat gaat me toch net iets te ver. En binnen mogen ze van mij ook niet komen. Als ik er eentje zie dan maak ik een kommetje van mijn handen of vang hem in een beker met een stukje karton als afsluiter. Om hem daarna buiten in het groen vrij te laten. Als ik ‘s morgens door de poortjes in de tuin loop dan vind ik het ook vervelend als ik – klabang – met mijn hoofd in een web blijf steken. Dan moet ik eerst in z’n achteruit om mijn hoofd draadvrij te maken. Goor klusje. Maar goed, spinnen kun je niet dresseren. En om ze nou te weren, dat gaat me veel te ver. Ik hou van de natuur en neem de ongemakken graag voor lief. Toch is de spinnenexplosie mij regelmatig wat te groot. Omdat spinnen natuurlijke vijanden in mijn tuin hebben. Kippen bijvoorbeeld. Ik heb me laten vertellen dat kippen spinnen opeten. En ze samen met mijn groenteafval omzetten in eieren. Dat zorgt voor wat meer natuurlijk evenwicht. Maar goed, onze tuin is eigenlijk wat te klein voor kippen. Dat zie ik zo nog niet gebeuren.

Resteert die merkwaardige reactie van een deel van de mensheid op spinnen. En dan met name het vrouwelijke deel. Als ik ‘s avonds bij het naar bed brengen van de kids een wat paniekerig ‘pap, wil je NU komen?’ hoor dan weet ik haast wel zeker dat het om een spin gaat die ergens tegen het plafond zit. Als rechtvaardiging voor zoveel misbaar hoor ik er dan vaak bij dat het ‘een hele grote’ is. Voor mij wat handiger, want je hebt van die kleine spinnetjes met een krab-achtig uiterlijk die heel moeilijk te vangen zijn. De grote kruisspinnen laten zich wat makkelijker vangen. Maar waarom zijn de dames zo bang voor spinnen? Elke keer vraag ik daar weer naar: ‘wat is er nou zo bijzonder aan . spinnen?’ Meestal krijg ik dan een ‘kwenie; gewoon..’ terug. Een paar mogelijke verklaringen voor deze arachnofobie. Jawel, hier hebben de spin-dokters een moeilijk woord voor.

1. Spinnenangst is aangeboren. Er is een bepaalde categorie mensen die de oorzaak der dingen graag zoekt in oeroude instincten. De tijd van ‘denkend aan Holland zie ik traag stromende rivieren’. En van oermensen met knotsen en rendierhuiden. Kaninefaten en dat soort. Welnu, de vrouw was altijd de verzamelaar. Hout sprokkelen, eten verzamelen. En bij die noeste arbeid kwam de vrouw nog wel eens een spin tegen, waarbij de eerste confrontatie een schok opleverde. Dood en leven lag altijd op de loer. En hoewel we inmiddels heel ver van de natuur afstaan – westerse vrouwen zijn banger voor spinnen dan vrouwen in meer natuur-based samenlevingen –  zit die angst er nog diep in.

2. Spinnenangst is aangeleerd. De afdeling luguber & eng doet graag zaken met de spin. De spin zit in de hoek van de angst. De hoek van heksen, thrillers, donkere hoekjes. De spin is voor de TV-gids het symbool voor ‘eng’. Mannen zijn fysiek wat weerbaarder; bij hen zit angst wat minder in fysieke situaties. En dus is het niet gek dat met name vrouwen een soort pavlov-reactie vertonen bij het zien van een spin.

Maar wat zit daar dan achter? Wat is de diepste drijfveer van dit alles? Vrouwen hebben een andere relatie met beesten dan mannen. Mannen worden meer aangetrokken door het gevaarlijke. Hebben meer een instinct om aan te vallen en te overwinnen. Hebben een dier naast zich om zich mee te meten als kameraad. Vrouwen zijn beter in het aangaan van een relatie. Poezen, paarden en honden zijn prima dieren voor een vrouw. Benaderbaar, lief, relationeel. Bij spinnen is dat anders. Je ziet geen ogen. Ze lopen razendsnel. Ze storten zich onverwacht en vanaf het plafond op je. Betasten en bekriebelen je overal met hun harige poten. Je kunt ze niet traceren. Je kunt ze niet doorgronden. Ze zijn onvoorspelbaar en onbetrouwbaar. En ze kunnen overal binnen dringen in je lichaam. Kortom, tegenover een spin ben je totaal weerloos. Ja, dat misschien wel ten diepste…

By the way, vrouwonvriendelijke stemmen beweren dat een mens per jaar 8 spinnen opeet. Wees gerust, dat is een broodjeaapverhaal. Een spin kan en wil niet je mond in. Te warm en fysiek te lastig voor een spin.

Vrouwen & Spinnen