Er is weer een nieuwe Bijbel. De Bijbel in gewone taal. En weer is het een verkoophit bij de (christelijke) boekhandels. Het boek staat op nummer 1. van de top 60 van de Stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek. Nog voor Annie M.G. Schmidt en Marc-Marie Huijbregts. Dus. Blijkbaar is er een enorme behoefte aan deze Bijbel. Nou ja, misschien wel aan de Bijbel in het algemeen. Of zijn het vooral de christenen die nieuwsgierig zijn naar de nieuwe vertaling? Of is het een collectors item? Ik weet het niet.

Bij de lancering van de Nieuwe Bijbel Vertaling (NBV) ging het ook al zo. Ook toen gaven de (christelijke) boekhandels aan dat de Bijbel niet aan te slepen was. En even later ging het met de Herziene Statenvertaling (de HSV) al net zo. Prima verkocht, met name onder de christenen die tot dat moment de uit 1618 stammende Statenvertaling gebruikten. Een enkeling boekhandel bekende schoorvoetend door de verkoop van de NBV in de groene cijfers te zijn beland. Ja, want commercie is prima maar om dat nou over de rug van een Bijbel te doen dat klinkt toch wat anders. Net als dat je als King pepermunt fabrikant aangeeft dat de kerk een belangrijke rol speelt in je winstcijfers.

De Bijbel als crisis-bestrijder dus. Op zich klinkt dat niet gek. Nood leert bidden en de Bijbel als crisis-bestrijder zou je zomaar met elkaar kunnen verbinden. En toch heb ik wat aarzeling. Gaat het de Bijbelmakers nou om het Woord van God of om de verkoopcijfers? Als ik lees dat er een Voorleesbijbel en een Bijbel voor Mannen en een Bijbel voor Vrouwen in aantocht zijn dan kan ik niet nalaten te denken dat de klant koning is. U vraagt, wij draaien.

Daarnaast is er nog een apart verschijnsel. En dat is dat de laatste jaren de Bijbel in een snelkookpan lijkt te zijn geraakt. Waar het veld dertig jaar geleden nog overzichtelijk was met het Nederlands Bijbel Genootschap (1951), de Statenvertaling (1618) en de Katholieke Willibrordvertaling (1975) is het veld nu een waar slagveld. Je hebt tegenwoordig de Groot Nieuws Bijbel, de Naardense Bijbel, de herziening van de Naardense Bijbel, de herziene Willibrordvertaling, de Nieuwe Bijbelvertaling, de Herziene Staten Vertaling, de Jongerenbijbel, de zakbijbel, de Straatbijbel en dan vergeten we voor het gemak nog maar even de kruiwagen met kinderbijbels. En nu dus de Bijbel in gewone taal.

Waarom hebben we tegenwoordig zoveel Bijbels, terwijl het aantal vroeger op drie vingers van één hand te tellen was? Ik denk dat we verwend zijn. En dat er geen kerkelijk gezag, geen eerbied voor kerkelijke instituties meer is. Alles is bespreekbaar, alles te krijg. En zit de kerkelijke jas, de Bijbel of het liedboek even ongemakkelijk dan nemen we toch gewoon een andere? Nou kan ik dit allemaal nog wel meemaken hoor. Niet dat ik het nou zo toejuich, maar de Bijbelverkopers moeten ook ergens van leven. De perverse prikkel. Het is gewoon de tijd waarin we leven. Die ons ook weer waardevolle leermomenten oplevert. Zolang de Bijbel maar open gaat en we eerbiedig willen luisteren naar wat God zegt. Dat is het belangrijkste.

(Weer) nieuwe Bijbel