Hoe gaat God om met ziekte en genezing? Als je met die vraag rondloopt dan kan de geschiedenis van Naäman je wellicht helpen. Naaman, een Syrische (toen: Aramese) generaal, heeft heel wat medailles op zijn uniform waarvan op sommige ‘made by God’ staat. Een gezien man die het ver geschopt heeft. Veldslagen heeft hij gewonnen, krijgsgevangenen meegenomen. In die tijd dus een echte kerel waarvoor iedereen respect had. En ook een geliefde man. Maar Naaman heeft een probleem. Hij is ziek, ernstig ziek. Melaats, een vreselijke en besmettelijke huidziekte. In Israel mochten melaatse mensen niet in de gemeenschap wonen, maar werden ze gedwongen om buiten de stad te leven. Zodat de rest van de mensen niet besmet zou worden. Zo had God dat bepaald. God heeft in Zijn wijsheid namelijk tal van wetten aan Zijn volk gegeven op het gebied van hygiëne. Maar blijkbaar was dat in Syrie anders en mocht Naaman gewoon onder het volk leven. Sterker nog, Naaman mocht zelfs de koning ondersteunen als hij op weg ging naar zijn occulte bijeenkomsten. Zouden ze niet van de besmettelijkheid hebben geweten denk je dan?

Op één van zijn rooftochten door Israel had Naaman een jong dienstbaar meisje op de kop getikt. Prima geschikt als slavin. Je moet er maar niet aan denken of ze ook als sexslavin is ingezet. Hoe ook, dit slavinnetje heeft het te doen met haar baas. Ze spreekt de vrouw van Naaman er over aan. Och, mevrouw, als hij nou in Israel had gewoond dan was hij even bij de profeet Elisa langs gegaan en had om genezing gebeden. Gebeurde het regelmatig dat Israelieten met melaatsheid genezen werden doordat de profeet hen de handen oplegde? Nou, nee. In die tijd werd bijna geen Israeliet genezen van melaastheid, ook niet door tussenkomst van de profeet. En al helemaal geen mensen die niet tot het volk van God behoorden. Betekent dat dit meisje én een groot geloof had. Ik moet even denken aan die mevrouw die tegen Jezus zegt: ‘ik weet dat ik niet voor genezing in aanmerking kom, maar de honden eten toch ook van wat van de tafel op de grond valt’? Ook zij ontvangt omdat ze gelooft.

Maar goed, Naaman denkt er niet aan om zich kwetsbaar op te stellen. Maar zijn vrouw doet waar vrouwen goed in zijn. Met een mix van milde wijze woorden – doe nou niet zo koppig Naaman – en scherpe oneliners – nou ja, als jij je liever op laat vreten door je ziekte dan ga je je gang maar jongen – weet ze Naaman zover te krijgen dat hij op weg gaat naar Israel. Nog even over dat dienstmeisje. God zet haar dus in voor de genezing van Naaman. Misschien dacht ze: ‘mijn leven is voorbij, ergens weggestopt als krijgsgevangen slavin’. Niet dus, omdat ze instrument van God wil zijn. De koning van Israel hoort dat Naaman op weg is naar Israel. En in die tijd betekende dat maar één ding: hommeles. Een hoge krijgsman gaat niet zomaar naar het buitenland. Daar is een reden voor en dat is dat hij rijker wil terugkomen dan dat hij komt. Bovendien gaat er even een briefje vooruit van de koning van Syrie met de korte tekst: ‘Naaman komt er aan, verlos hem van zijn melaatsheid’. Dus de koning raakt in paniek en scheurt zijn kleren als teken van rouw. Doet me denken aan onze hond die bij voorbaat al op de grond gaat liggen als een grotere hond er aan komt. Maar Naaman wil geen ruzie, hij wil genezen worden. Blijkbaar hadden de koning van Israel en de profeet Elisa geen warme band. Niet vreemd, want veel koningen hadden het niet zo met de profeten. Ze legden de vinger op zere plekken als ongeloof en machtsmisbruik.

Elisa hoort dus via via dat de koning in gescheurde kleren rondloopt en stuurt een kort briefje naar de koning: ‘Waarom hebt u uw kleren gescheurd? Laat de man naar mij toe komen opdat hij weet dat er een profeet is in Israel’. De koning ziet een oplossing. Naaman wordt doorgestuurd naar een Andijk-achtig provinciedorpje in the middle of nowhere. Wel lef om een generaal door te sturen, maar de koning van Israel weet dat hij het hiermee zal moeten doen. En Naaman heeft maar één doel: genezing. Helemaal afgetaaid komt hij daar aan. En ook wel nieuwsgierig. Wat voor geweldig kasteel heeft deze genezer in dit dorpje laten optrekken. Want genezen is toch wel een nichemarkt, waar je veel geld mee kunt verdienen. Maar Elisa woont in een eenvoudig huis en komt niet eens naar buiten voor Naaman. Hij stuurt zijn knecht Gehazi naar buiten. ‘Zeg Gehazi, er komt zo een man naar ons toe. Of je hem wat wilt vertellen. Dan ga ik even door met mijn sinaasappeltje’. Dus Gehazi naar buiten en ziet daar niet zomaar een man staan, maar een erg belangrijke krijgsheer met een heel gevolg aan bedienden en grote karren met geschenken. Voor Gehazi is het alsof zijn straat heeft gewonnen met de postcodeloterij. Hij weet het: Elisa wist het en reageert expres zo. Hij schaamt zich rot, maar weet ook dat hij niet hoeft te proberen om Elisa naar buiten te krijgen.  ‘Nee, sorry meneer, Elisa kan niet komen. Maar hij heeft me verteld dat u zich zeven keer in de Jordaan moet onderdompelen. Dan zult u genezen zijn’. Naaman baalt als een stekker, had het zich heel anders voorgesteld en ziet zichzelf behoorlijk staan. Zit hij hier in een rotland in een klein rotdorpje met een verrotte ziekte. Wordt hij compleet genegeerd, moet een knechtje te woord staan en als klap op de vuurpijl mag hij zich in dat riool van Israel gaan badderen. Ja daaaag. Hoe ver kan een man gaan? ‘Het is wel goed met jullie. Terug. Terug!!’ Gelukkig heeft Naaman een paar wijze bedienden. En blijkbaar gunnen ze Naaman wat. Net als het dienstmeisje hebben ze met hem te doen. Ook daarin zie ik de hand van God. God zet heel veel mensen in om het hart van één mens te bereiken.

Naaman laat zich overhalen, gaat zeven keer onder in de Jordaan en is genezen. Mooi dat hij meteen erkent dat de genezing een wonder van God is, de God van Israel. Mooi dat Naaman direct teruggaat naar Elisa, de representant van God. Hoe vaak gebeurt het niet dat je iemand bevrijd of genezen wordt, maar God vergeet te danken? Jezus geneest op een gegeven moment tien melaatsen. Negen laten zich niet meer zien en de ene die wel terugkeert om Jezus te bedanken is een Samaritaan. Beschamend. Naaman gaat terug naar Elisa. Dit keer geen knecht. Elisa komt zelf naar buiten en vertelt Naaman dat hij geen kado’s hoeft. Naaman zal een veel belangrijker kado gaan uitdelen, namelijk dat hij iedereen gaat vertellen dat de God van Israel hem genezen heeft. Naaman zit nog wel met een praktisch puntje, want oud en nieuw leven passen nog niet naadloos aan elkaar. Straks is hij terug in Syrie en dan moet hij met de baas naar zijn occulte feestje. Probleem? Nee hoor zegt Elisa, ga in vrede. God kent het hart en weet met welke intentie hij er heen gaat. Dat is doorslaggevend.

Knecht Gehazi zit in shock in de bijkeuken. Krijg nou wat, de postcodekanjer is op zijn huisnummer gevallen en Elisa weigert hem! Het wordt hem te veel. Hij rent achter Naaman aan en weet met een zwamverhaal geld en kleren los te peuteren. Zo, veilig gesteld. Maar God heeft het gezien en Elisa bevraagt hem als hij thuiskomt. ‘Waar ben je geweest’? Elisa wist de impact van het handelen van Gehazi, maar geeft hem nog een kans. Er is altijd ruimte voor bekering en volharding. Gehazi kiest voor de leugen en daar wordt hij voor gestraft. Daarbij zal ongetwijfeld meespelen dat Gehazi als knecht van de profeet een bijzondere voorbeeldfunctie had. Net als die eerste prille gemeente van Jezus waarbij Annanias en Zafira zo zwaar gestraft worden. Gehazi wordt melaats. Sterker nog, ook zijn nakomelingen zullen melaats zijn. Gehazi trekt met zijn daad namelijk ook zijn ‘huis’ mee.

Lessons learned: 1. God heeft oog voor iedereen, niet alleen voor de gelovige mensen. 2. Je leven is nooit zinloos. Ook als je het idee hebt dat je weg doodloopt dan kan één opmerking of daad van gehoorzaamheid hele werelden veranderen. 3. Als het hart van een hooggeplaatst mens zich tot God bekeert dan heeft dat grote impact. Bid voor hen! 4. God geeft altijd gelegenheid tot bekering. 5. God kan bizarre dingen van je vragen om je gehoorzaamheid te testen. 6. Soms laat God zich niet zien, maar moet je het doen met Zijn Woord, cq het woord van zijn dienstknechten. 7. Jouw zonde werkt door in de generaties na je. 8. Soms is ziekte een gevolg van de gebrokenheid van het menselijk bestaan, soms is ziekte een straf van God. 9. Niemand is te min om naar te luisteren. 10. Er zijn belangrijker dingen in het leven dan het winnen van de postcodeloterij.