Asa is niet zo’n bekende figuur in de Bijbel, maar zijn verhaal boeit me.  In zijn goede jaren, maar ook als ‘Asa Aso wordt’. Asa was koning van Juda en kleinzoon van Rehabeam, je weet wel van ‘mijn pink is dikker dan mijns vaders pik’. Israel was verdeeld in twee rijken. Het tienstammenrijk ‘Israel’ en het tweestammenrijk ‘Juda’. Na Rehabeam probeert Abia daar wat van te maken en na hem dus Asa. Asa had niet zo’n lekkere jeugd denk ik. Hij groeide op in een samengesteld gezin met 37 broers en zussen. Pa Abia’s belangrijkste missie was vechten tegen de rest van Israel. Hij vond dat Jerobeam zich onterecht het koningschap had toegeëigend en maakte zich er hard voor de overige tien stammen weer te terug te winnen. Dat even in korte lijnen hoe Asa opgroeide.

Asa had een scherp inzicht. Hij begreep dat het moeizame geploeter in zijn land allereerst te maken had met de duizend vrouwen die zijn overgrootvader Salomo vanuit allerlei landen naar Israel had gebracht. Al deze ‘moeders van het volk’ hadden hun eigen goden meegenomen en toen Salomo eenmaal de deur van zijn slaapkamer openzette voor alles wat zijn hartje maar begeerde kwamen daarmee ook de demonen van die vrouwen het land binnen gutsen. Zelfs Maacha, de oma van Asa, had haar eigen Asjera paal. Asa slaat het allemaal kort en klein, inclusief de Asjera paal van oma. Hij ontneemt haar zelfs haar koninklijke titel. Die zal er in gehakt hebben! Dat lef moet je maar hebben. Want heilig is niet voor niks heilig. Dat zien we ook bij Gideon en Laban en nog steeds. Als je aan iets komt wat iemand heilig is dan kun je een ongekend felle reactie verwachten. Laatst was ik in Bangladesh en keerde ik nietsvermoedend een hindoe-god de rug toe. Ik kreeg even fijntjes van mijn christelijke collega’s te horen dat ik dat niet weer moest doen.

Asa maakt korte metten met al die geestelijke bolwerken. God laat keer op keer weten dat Hij daar bijzonder blij mee is omdat dat iets van je hart laat zien. Je kunt nog zulke mooie woorden spreken, maar als je de bijl niet in je afgoden zet dan zijn je woorden krachteloos.

De bijl in afgoden zetten is één. Maar hoe moet je dan verder? Asa heeft blijkbaar ergens in zijn jeugd de mogelijkheid gehad iets van God te proeven. Blijkbaar heeft hij zich gerealiseerd dat de mercy die God met Israel en Juda heeft te maken heeft met de manier waarop David God trouw diende. Hij roept zijn volksgenoten op om het van God te verwachten, zich weer te richten op het goede leven naar de geboden van God. Net zoals hun voorouders waaronder dus David. Het effect is al vrij snel duidelijk. Er heerst rust en vrede in het land. Geestelijke troep geeft oorlog en onrust. Geestelijke zuiverheid geeft rust en vrede. Dat is iets anders dan wat je tegenwoordig wel eens hoort dat religie niets dan oorlog oplevert. Maar Asa is ook gewoon reëel. Nu het dan toch vrede is verstevigt hij de muren van de steden om vijanden te ontmoedigen. Investeren in veiligheid en vrijheid. Asa had wel een beetje een VVD-hart. 😉

Dan komt de Nubiër Zerach in beeld die met een enorm leger Asa en zijn volk onder de voet wil lopen. Blijkbaar een volhouder, want deze man was met zijn leger helemaal vanuit Afrika gekomen. Asa ziet meteen wel dat hij menselijk gesproken niet kan winnen. Dan bidt hij een mooi en opmerkelijk gebed. ‘Heer, er is niemand die hulp biedt zoals u wanneer de machteloze het moet opnemen tegen een overmacht. Help ons, Heer, onze God, want in u hebben we ons vertrouwen gesteld en in uw naam zijn we tegen deze overmacht in het geweer gekomen. Heer, onze God, sta niet toe dat een mens zich met u meet’. Daar zitten een paar mooie geestelijke lessen in 1. Erkennen van Gods macht. 2. Erkennen van eigen onmacht en afhankelijkheid. 3. Vertrouwen op God stellen. 4. Mijn strijd is primair Gods strijd. 5. God, u laat zich toch niet op de kop zitten door een paar mensen? Die laatste vraag doet me aan Elia denken op de Karmel. De strijd van Asa wordt snel beslist. Zerach wordt totaal verslagen.

Asa wordt enthousiast over zijn relatie met God. Zuivert Juda van wat nog overgebleven is aan afgoden. Offert aan God. Laat de mensen zweren dat ze zich met hart en ziel zouden richten naar de Heer. Maar hij zegt er ook bij dat iedereen die dat niet doet zal worden gedood. Dat vind ik wel heftig, dat op ongeloof dan meteen de dood staat. En daarmee zet Asa de zaak ook wel op scherp. God vat zweren hoog op. ‘Betaal God je beloften’ staat in de Bijbel. En ook dat je God beter niets kunt beloven dan het wel beloven maar niet nakomen.

Asa was een routinier met 35 regeringsjaren, waarin het alleen maar vrede en rust geweest was. Mooi koningschap. En dan gaat het opeens mis. Basa, de koning van Israel, valt hem aan. Asa schiet in de verkeerde reflex en roept de koning van Aram uit het buitenland te hulp. Dan komt de profeet Chanai. Houdt hem een spiegel voor, confronteert hem dat hij zijn vertrouwen niet op God gesteld heeft zoals toen de Afrikaan hem aanviel. Een belangrijk moment. Asa kan berouw betonen zoals David, toen Nathan het ‘jij bent die man’ uitsprak. Dan had God hem vergeven en hersteld.

En dat terwijl God heel lief voor hem is. Middenin zijn toespraak zegt Chanani iets dat voor veel christenen nog steeds een enorme bemoediging is ‘De Heer laat immers voortdurend zijn ogen over de aarde rondgaan en biedt iedereen hulp die hem met heel zijn hart is toegedaan.’ Het zijn vaderlijke woorden. Man, ik keek altijd met plezier naar je. Ik was zo blij met je en nu dit!

Asa kiest voor spoor B. En dat heeft grote effecten. Asa wordt Aso. Triest om te zien hoe zijn leven daarna in een spiraal naar beneden gaat. 1. Hij wordt woest op Chanani, gooit hem in de gevangenis met een blok om zijn voeten. 2. Hij begaat in zijn woede wreedheden tegen zijn volk dat hem altijd in rust en vrede zo trouw gediend heeft. 3. Als hij een ziekte aan zijn been krijgt dan gaat hij naar een kwakzalver in plaats van naar God. 4. Hij laat zich in pracht en praal begraven, alsof hij daarmee nog iets van zijn waardigheid wil terugwinnen.

Asa had zich kunnen verootmoedigen. Zijn koppige hoofd kunnen buigen. Iets kunnen laten doorschemeren wat het is om gehoorzaam de weg van God te gaan. Een voorbeeld te zijn voor zijn volk. Niets van dat alles. Wat een triest einde van zo’n geweldige vent. Het mooie van de Bijbel is dat je meteen door kunt bladeren naar het volgende geslacht. Hoe heeft dit einde zijn kinderen beïnvloed? Gelukkig niet al te veel. Josafat was een fijne vent. Denk jij daar wel eens over na, hoe jouw gedrag effect heeft op de volgende generatie, de volgende generaties? Genoeg reden om je met de geestelijke wapenrusting uit Efeze 6 te wapenen om in spoor A te blijven!

Lessons learned. 1. Zet de bijl in je afgoden. 2. Geestelijke zuiverheid geeft rust en vrede. 3. Mijn strijd tegen (geestelijke) vijanden is primair Gods strijd. 4. Goed om je te realiseren dat God voor je uit gaat. Dat maakt het leven wat relaxter. 5. Je kunt God beter niets beloven dan wel beloven en niet nakomen. 6. Hou ook na 35 jaar ervaring de geestelijke zaag scherp. 7. Gods ogen speuren de aarde af om zijn oprechte kinderen bij te staan. 8. Er is weinig voor nodig om je in spoor B te doen belanden, waarbij je een naar mens wordt. 9..