Management. Het zal bij veel mensen de associatie oproepen van ‘noodzakelijk kwaad’. Kille en zakelijke figuren, waarvan je je afvraagt wat ze toevoegen aan de organisatie. Maar die ondertussen wel een flinke zak geld opstrijken. Stelletje aasgieren zijn het. Dat soort geluiden hoor ik vanuit de zorg, vanuit het onderwijs. Soms zijn het ‘omhoog gevallen medewerkers’ die eigenlijk liever voor de klas of aan het bed staan maar die uit verantwoordelijkheid, voor geld of vanwege eer toch maar toegehapt hebben. En daar komt mijn buurman nog even overheen. Bij ons gebruikelijke hondenrondje kwamen we hem tegen, ook met hond. Hoe we er op kwamen weet ik niet, maar hij begon over managers. En hij had nog een goeie grap. “Een manager is als een meeuw. Hij komt aanvliegen, schijt de hele boel eronder en vliegt weer verder.” Toen we uitgelachen waren nam ik hem even in vertrouwen. “Ik ben ook manager” fluisterde ik hem toe.

Of het nou waar is of niet, wij managers hebben niet de beste naam. Niet zo gek als je dagelijks in het nieuws verhalen voorbij ziet komen over reorganisaties, bonussen en schandalen waar managers mee weg komen. Maar het is niet de werkelijkheid. De werkelijkheid is dat de ‘mannelijke lijn’ van dominantie, hiërarchie en top-down al een tijdje bezig is ingehaald te worden door de ‘vrouwelijke lijn’ van relatie, zeggenschap, dienen en samen. Hoogleraar Talentmanagement Lidewey van der Sluis gaat nog een stapje verder. In Binnenlands Bestuur is een interview met haar opgenomen. Vraag: “Binnen organisaties wordt door personeel & organisatie gebruikgemaakt van het zogeheten AMO model, een afkorting voor abilities, motivation en opportunities. U heeft dat model in het kader van talent management uitgebreid met achteraan de R van relationeel. Wat is de gedachte daarachter?” Antwoord: “Het AMO model gaat ervan uit dat mensen in organisaties zich ontwikkelen als zij daar de kans voor krijgen. (…) Ik ontdekte dat er nog een vierde element nodig is bij talentontwikkeling: de relatie, emotie, liefde. Achteraf begrijp ik niet waarom we dat niet eerder zagen, want dat de kracht van liefde allesomvattend is, weten we al eeuwen. R is het element dat maakt dat mensen in hun werk gaan groeien en bloeien. Het staat voor agape, gunnende liefde, compassie, de ander in het licht willen zetten. Zien ze je staan en zitten?”

Ik werd er even helemaal blij van. Omdat ik de agape herken in mijn dagelijkse worsteling als manager om mensen tot hun recht te laten komen en tegelijkertijd oog te hebben voor financiële haalbaarheid, veiligheid, strategisch meerjarenplan en al die andere doelen die we willen halen. De ultieme balans. Ik merk dat dat nogal precies komt, dat er veel woorden voor nodig zijn om die balans te vinden en dat je regelmatig met pijn in je hart onverenigbaarheid moet oplossen door hetzij mensen te laten gaan, hetzij financieel of qua doelstelling in te leveren.

Maar ik werd er nog meer blij van omdat agape voor mij een heel vertrouwde term is. In het christelijk geloof is agape namelijk de onvoorwaardelijke liefde die God voor mensen heeft en die wij – als afgeleide daarvan – voor elkaar mogen hebben. In de Bijbel komen vier vormen van liefde voor. Eros = erotische liefde. Agape = onvoorwaardelijke liefde. Storge = affectieve liefde binnen een gezin. Phileo = vriendschappelijke liefde, vriendschap. Het is voor mij een tweede natuur om mij met vallen en opstaan uit te strekken naar meer agape in mijn leven. Niet makkelijk, wel mooi. Dat juist die term nu door een Hoogleraar Talentmanagent wordt ‘ontdekt’ vind ik bemoedigend.

Ik vind het ook geweldig dat ze ‘liefde’ en ‘relatie’ het juiste perspectief geeft door het woord ‘agape’ te introduceren. Als taalliefhebber begrijp ik heel goed dat ze AMO aanvult met R omdat je dan de term AMOR krijgt. Grappig. Amor of Cupido is de Romeinse equivalent van Eros. In de mythologie is ‘Eros’ de god van de liefde. Eros staat dus zowel voor zijn letterlijke betekenis (erotische liefde) als voor zijn functionele duiding (mythologische god van de liefde). Daarmee maakt Lidewey de aanvulling tot AMOR ook wel weer verwarrend. Te lang heeft ‘liefde’ op de werkvloer de platte betekenis gehad van ‘eros’, de sexuele aantrekkingskracht. AMOR wekt die associatie. En als één ding duidelijk is geworden uit de #MeToo beweging dan is dat wel dat er op de werkvloer enorm veel fout is gegaan en nog gaat door ‘eros’ te veel de vrije hand te laten. De mens is geen konijn.

De term AMOR is ook wat ongemakkelijk omdat Lidewey dat eigenlijk niet bedoelt. Als hoogleraar weet zij als geen ander dat er al jaren onderzoek wordt gedaan en pleidooi wordt gevoerd voor de relationele aspecten in management en HRM. Dat is niet nieuw en in die zin is AMO ook al jaren achterhaald. De winst van haar betoog zit hem voor mij echt in de introductie van de agape liefde. De onvoorwaardelijke liefde. Dan maar AMOA als term. Als maar duidelijk is dat agape uiteindelijk de liefde is die een organisatie en mensen echt verder helpt. Je medemens verder willen helpen zonder er iets voor terug te vragen. Niet met je ellebogen werken maar de ander voor laten gaan. Dienen. Eren. Carrière niet opeisen maar ontvangen. Een bonus zien als een middel om uit te kunnen delen, tot zegen te kunnen zijn. Agape als tegengeluid tegenover de massieve consumenterende indivualistische zelfontplooiing, waarbij je je nestelt in je zelfontwikkelde cocon en dingen (alleen) doet als het goed voelt en leuk is. Het wordt tijd dat ‘what’s in it for me‘ opschuift naar ‘what’s in it for you’ of ‘what’s in it for us‘.

De (werk)wereld wordt beslist mooier van agape. Dank je wel Lidewey!