Vandaag ruime aandacht voor de onzin. Wat is de onzin, wanneer gebruik je hem, hoe kun je onzinnige zinnen maken en dat soort werk. De onzin is nogal in diskrediet geraakt sinds de zin gekozen is als meest bruikbare instrument om ons uit te drukken. Daarom vandaag eerherstel voor de betekenis, of liever de betekenissen, van de onzin.

De onzin is een zin die begint met het woord ‘on’. In het Nederlands is dat lastig, maar er is al snel een taal te vinden waarin de onzin in al zijn puurheid wortel heeft geschoten. Neem het Frans. ‘On va à lécole’ klinkt het dan als men naar school gaat. Of in het Bosnisch de volstrekt willekeurige zin ‘on nema posla’; hij heeft geen werk. Zuivere onzinnen. Niet omdat ze niet waar zijn, maar omdat ze met ‘on’ beginnen.

Onzinnen kunnen ook beginnen met de letters ‘on’. En die hebben we in het Nederlands ontzettend veel. ‘Onmiddelijk nadat hij het ravijn in stortte,’ of ‘Ondanks het feit dat hij wartaal spreekt,’ of ‘Onwel geworden,’. Allemaal onzinnen. Het valt met wel op dat er met name van die ‘komma-zinnen’ uit mijn vingers vloeien. Ik denk dat dat komt omdat de toevoeging ‘on’ meestal ‘niet’ betekent’. Dus onwel als ‘niet wel’ en onmiddelijk als ‘niet middelijk’, dus direct. En ondanks als ‘niet te danken aan’. Daarmee wordt het allemaal weer ononbegrijpelijk zeg maar. Hé, eens kijken of we ook ‘onon’ woorden hebben, waarmee we ononzinnen kunnen maken. Die hebben zichzelf dan weer op. ‘Onontkoombaar’ betekent ‘je kunt er niet aan ontkomen’ en dat betekent weer ‘je kunt er aan komen’. Hm.

Onzinnen betekent tenslotte oneindig lange zinnen. Het werkt zo. Je begint met een woord met één letter, dan ééntje met twee letters enzovoort. Even proberen: ‘O Ed, had maar vrede overal tegelijk gebracht’. Andersom kunnen ze ook. ‘Buurvrouw Schouten spreekt steeds vaker over jij en u’.

Nou, veel plezier en een hoop onzin toegewenst!