Als ik ‘zalig de’ schrijf dan zal de lezer heel verschillend reageren. De een zal de zin aanvullen met ‘vakantie’, de ander met ‘armen van geest’. ‘Je wil het niet wete; je ben wat je heb gegete’ zou Johan Cruyff zeggen. Wat je zegt, doet, denkt heel veel te maken met je referentiekader. Het frame dat om je heen gebouwd is en/of dat je om je heen gebouwd hebt. Groei je met 10 broertjes en zusjes op in een rondauwel in Z.Afrika dan heb je gegarandeerd een ander leven dan als enig en engst kind in een Gooische Villa.

Sommigen proberen hun referentiekader met kracht af te schudden. De puberteit lijkt daarvoor de meest geschikte periode. Ik heb het idee dat die puberteit ook in de taal geslopen is. Ik kom allerlei uitdrukkingen tegen die ‘ikke centrum heelal’ benadrukken. Een paar voorbeelden.

‘Het moet wel goed voelen’ is er zo eentje. Het idee is dan dat als het goed voelt, je er voor moet gaan. Maar pas op, er zit een bijsluitertje bij. Daarin staat dat voorwaarde voor het welslagen van het volgen van je goede gevoel is dat je een goed gevoel voor goede gevoelens hebt. Heb je een verkeerd gevoel voor goede gevoelens, of een goed gevoel voor verkeerde gevoelens dan gaat het mis. Of, om even los te komen van vervelende abstracties: vind je jezelf tegen het signaal van de spiegel in lelijk en ga je jezelf daarom volvreten (verkeerd gevoel voor goede gevoelens) dan moet je vooral niet doen wat goed voelt. Vind je het fijn om konijnen dood te slaan (goed gevoel voor verkeerde gevoelens), dan moet je die gevoelens vooral niet volgen. Ik heb geleerd dat het volgen van je gevoel nog wel eens een anker in eigen schip gooien is. Dat gaat goed zolang het schip op koers ligt…

Nog eentje. ‘Je moet dicht bij jezelf blijven’. Voor zover dat de verwevenheid tussen fysieke, psychische en geestelijk menszijn betreft sluit ik me daar bij aan. Hou de boel vooral bij elkaar. Ga fysiek geen dingen doen die je psychisch niet aan kunt, blijf geestelijk met beide beentjes op de grond en haal geen psychische beelden in huis die je geestelijk verder van Huis brengen. Maar ik heb het idee dat het ‘dicht bij jezelf’ meer ligt bij het ‘ik vind, ik voel, ik denk, ik doe’. Klinkt ongeveer hetzelfde; is het niet. Het ‘dicht bij jezelf’ plaatst, meer nog dan het ‘het moet wel goed voelen’, jezelf in het middelpunt. En dat is lastig te combineren met onvoorwaardelijke liefde en trouw om maar eens twee begrippen te noemen die gericht zijn op de ander.  Ik weet het niet, maar ik wordt wat somber van ‘goed gevoel’ en ‘dicht bij jezelf’ omdat het voelt als ‘ik ga met je om zolang ik je aardig vind’. Dat maakt me onzeker.

Daarom een suggestie. Als we er nou eens ‘ je moet dicht bij de ander blijven’ van maken. Oke, bekt niet zo mooi. Maar het voornemen om elkaar trouw te zijn en uit te delen zonder terug te verlangen; daar wordt de wereld toch veel mooier van?