De Reclame Code Commissie (RCC) kan opgedoekt worden. Je weet wel, die club die kijkt of een reclame door de beugel kan. Het percentage klachten dat ze gegrond heeft verklaard lag in 2000 nog op 25%, maar momenteel ligt het (volgens een paar kranten) op 0,01%. Nou ja, dat is zo homeopathisch weinig dat we die 1,3 miljoen belastinggeld beter aan andere dingen kunnen besteden.

De RCC bestaat uit vertegenwoordigers vanuit media, consumentenorganisaties, adverteerders en communicatieadviesbureaus met daar ‘boven’ een onafhankelijke rechter als voorzitter. De media hebben geen ethisch belang. Consumentenorganisaties evenmin. Adverteerders al helemaal niet. En communicatieadviesbureaus vinden onethische dingen misschien juist wel extra interessant. Wat ik mis is een vertegenwoordiging vanuit de kerken. Het gaat toch in veel gevallen over ethiek en goede smaak? In 2012 werd 1/3 van de klachten ingediend omdat subjectieve normen werden geschonden (zoals goede smaak, bloot, kwetsend etc.). Zoals de reclame van Hij rond Kerst met ‘twijfel niet, Hij is er’. Als taalpurist vind ik het een prachtige vondst, maar dit commerciële flirten met Jezus stuit me toch tegen de borst. ‘Is er koffie na de dood’ stuit niet alleen christenen tegen de borst, maar ook BN-ers. Kijk, dan heb je een ander verhaal. Dan nog 1/3 van de klachten wegens misleiding en tenslotte 1/3 wegens andere redenen. Enfin, je kunt het allemaal nalezen op https://www.reclamecode.nl/bijlagen/srcjaarverslag2012.PDF

Het meest opvallende aan de RCC is dat ze als voornaamste criterium laten gelden ‘wat tegenwoordig algemeen maatschappelijk aanvaardbaar wordt geacht’. Daar kun je dus alle kanten mee op. Ik ben blij dat de rechtelijke macht niet zo werkt. Dat zou betekenen dat de hele jurisprudentie een ruk naar rechts krijgt als Geert Wilders de verkiezingen wint. En een ruk naar links als ‘Geert for President’ toch niet bevalt. Liever heb ik een koers die rust op normen en waarden. En ik denk dat er heel wat normen en waarden zijn waarover we het eigenlijk wel eens zijn als Nederlanders. Of in ieder geval is het raadzaam om het daarover te hebben. Dat heeft ‘Deurne’ in ieder geval wel opgeleverd.

Kijk, aan de Nederlandse Reclame Code zelf ligt het niet. Naast bepalingen over goede smaak staan daar nog veel prachtige volzinnen in waarvan ik de meeste omarm: Reclame mag niet de menselijke waardigheid aantasten en reclame mag geen vorm van discriminatie op grond van geslacht, ras of etnische afstamming, nationaliteit, godsdienst of levensbeschouwing, handicap, leeftijd of seksuele geaardheid bevatten of bevorderen. Reclame mag niet strijdig zijn met het algemeen belang, de openbare orde of de goede zeden. Reclame mag niet nodeloos kwetsend zijn, noch een bedreiging inhouden voor de geestelijke en/of lichamelijke volksgezondheid. Reclame behoort naar vorm en inhoud zodanig te zijn dat het vertrouwen in reclame niet wordt geschaad. Zonder te rechtvaardigen redenen mag reclame niet appelleren aan gevoelens van angst of bijgelovigheid. En reclame mag niet oneerlijk zijn. Jammer dat de laatste zin de toevoeging ‘te rechtvaardigen redenen’ kent. Daarmee is voor al die angstspeelgoedjes voor de kids wel ergens een reden te bedenken. Mijn advies: opzouten met die rotzooi! Je haalt toch niet vrijwillig dingen in huis waar je kind bang of bijgelovig van wordt!?

Niet dat de RCC helemaal niks goed heeft gedaan hoor. Ze kwamen bijvoorbeeld in actie toen een reclamespotje iemand over een spoorwegovergang liet fietsen terwijl de bomen al dicht waren. Niet handig. Maar goed, dat zou één of andere Pieter van Vollenhove instituut voor veiligheid ook kunnen aankaarten. Daar hebben we de RCC niet voor nodig. En waar we de RCC wel voor nodig hebben daar komen ze niet in actie. De Bond tegen het Vloeken benadert de reclamemakers zelf wel. Veel handiger en directer. En het voorkomt dat reclamemakers juist zo dicht mogelijk tegen een gegronde klacht aan gaan zitten. Want dan krijg je publiciteit… Allemaal redenen om de RCC snel te schrappen.

Reclame Code Commissie overbodig