Het is al een aantal jaren geleden. Mijn vrouw werkte in een verzorgingshuis. Op Eerste Paasdag moest ze er nog even wat dingen regelen. En omdat het niet ver van ons huis af was besloten we er naar toe te gaan tijdens ons ommetje. De verstilde sfeer beklemde me altijd. Daarom kwam ik er niet graag. Mijn vrouw was even naar boven geweest naar één van de bewoners. Ik hoorde haar op de trap. Het huis leek verder uitgestorven. Even later kwam ze terug. ‘Dick, meneer van Boven* zou het wel fijn vinden om kennis met je te maken’. Dat leek me goed omdat mijn vrouw zo lovend over hem geweest was. En dus heb ik ’s avonds een half uurtje bij hem gezeten. Hij vertelde over het wonderlijke pad dat de Heer met hem gelopen had de laatste tijd, hij vertelde over de tijd dat hij voorganger was en dat hij daar nu anders in stond. Hij boeide me in zijn wonderlijke mix van broosheid en wijsheid. Oude mensen kunnen zo echt zijn. We hadden het over professoren uit de Gereformeerde Kerk Vrijgemaakt die we beiden kenden. En zo ging het gesprek voort. We kwamen er achter dat we beiden geboren Zwollenaar waren. We deelden wat plekken en hij meende dat hij aan de van Karnebeekstraat had gewoond, maar was niet helemaal zeker. Ik zei op een gegeven moment tegen hem ‘Als ik u zo zie en hoor dan doet u me denken aan Nathanael, een man in wie geen bedrog is (Joh. 1:47)’. Waarop hij rustig zei ‘Nou nee hoor, zo goed ben ik niet’. Mijn vrouw kwam nog even binnen. ‘Meneer van Boven, als het te vermoeiend is of als u liever wilt dat Dick weg gaat moet u het zeggen hoor’. Maar hij zei ‘Nee, hoor, het gaat prima hier’. Ik vroeg hem of hij bang was te sterven. ‘Nee, dat ben ik niet’. Hij was wel heel benieuwd hoe het er uit zou zien in de hemel. Want zei hij, ‘vroeger wist ik het allemaal heel zeker hoe het er uit zou zien, maar nu niet meer’. Maar dat hij naar de Heer ging, dat stond voor hem zo vast als het maar zijn kon. We spraken nog even verder in de stilte van het huis. Ik zittend op een stoel, hij diep liggend in het wit van zijn bed. Toen we afscheid namen was er vrede. Bij hem. Bij mij.

De volgende morgen kregen we het bericht dat meneer van Boven was overleden. Zijn kinderen schreven dat hij in harmonie met zijn omgeving was gestorven.

*Naam gefingeerd.

Hij ging bijna sterven
Tagged on: