Geplaatst op maart 28, 2013
Er is wat raars aan de hand met de opvoeding. Het is namelijk een soort black box. Je weet wel, dat mysterieuze kastje in het vliegtuig waar naar gezocht wordt als het vliegtuig is neergestort. Hier zou ik het bij kunnen laten voor deze blog ? , maar oké ik zal uitleggen wat ik bedoel.
Voor je geboren wordt staat er een heel leger aan verloskundigen en huisartsen klaar om je zeg maar in goede banen te leiden (als werkzoekende weet ik waar ik over praat ? . Vervolgens, na je geboorte, komen daar kraamzusters en artsen bij die je meteen een onverwachte overhoring geven, waarna een cijfer volgt. Alles wat je dan hebt en bent wordt nauwkeurig in getallen weergegeven. Allerlei mensen hebben daar dan weer een mening over. Daarna begint het toezicht te haperen en komt af en toe de consultatiearts in beeld. Alleen als je uiterlijke schade vertoont gaat er daar een belletje rinkelen; zo niet dan is het: volgende patiënt en ben je gevrijwaard van externe belangstelling totdat het kind naar groep 1 van de basisschool gaat. Het kind is koud binnen of de toetsen, normen en waarden, anti-pest protocollen, rugzak-indicaties en weerbaarheidstrainingen worden over en in het kind gegoten. Dit circus gaat door tot ze hun opleidingen laat in hun late puberteit hebben afgerond.
Als je pech of geluk hebt dan wordt je er tijdens dit traject uit gepikt omdat je blauwe plekken hebt, dyslexie hebt, je ouders niet meer voor je kunnen zorgen of omdat je voortdurend een rode pet op zet. In al die gevallen is er gesprek, begeleiding, toezicht, rapportage en is er toegang tot professionele instanties.
Maar als je nou een gewoon kind bent? Waar blijft de aandacht voor de gewone opvoeding? Papa’s en mama’s die gewoon elke dag worstelen om er wat van te maken? Wie heeft er oog voor hen? Wie maakt er regelmatig een praatje met hen of ze het nog zien zitten met de opvoeding? Of ze het plaatje nog rond kunnen krijgen, zowel financieel als moreel? Het is toch gek dat de politiek op zo’n moment zegt: “Nee, daar moeten we af blijven. Dat is te veel ingrijpen in de privé sfeer van mensen”. Ik vind dat raar. Als er later namelijk iets heftigs naar boven komt dan hoor ik vrijwel nooit dat dat komt omdat ze zo’n beroerde schooltijd hebben gehad. Maar meestal dat er in de opvoeding iets mis ging. En als het heftige over school ging dan kwam dat meestal door medeleerlingen die beschadigd waren door hun opvoeding. Is toch zo?
Een stapje verder. Precies dezelfde reflex zie ik als het om relaties gaat. We hebben laatst een Marriage Course geleid. Tien stellen die in zeven avonden samen leerden en spraken over onder andere verlangens, communicatie, ouders, sex en conflicten. Als ik ‘op straat’ vroeg of een stel mee wilde doen dan klonk dat haast als een verdachtmaking. ‘Nee joh, dat is toch alleen voor relaties die op springen staan”? Vanwaar die rare gedachte dat je pas aan je relatie gaat werken als hij bijna op springen staat? En dat, terwijl we het heel gewoon vinden dat onze auto elk jaar een APK’je krijgt. Toch? Dan wachten we toch ook niet tot de auto op springen staat?
Zoals je merkt wil ik graag een pleidooi houden voor aandacht voor opvoeding en relatieontwikkeling. Dat het heel normaal wordt dat je daar een cursus in volgt of in een praatgroep je zorgen deelt. Onder elke relatie schuilt een betere relatie en onder elke opvoeding schuilt een betere opvoeding.
Well, ik kwak dit signaal zo maar even de ether in. Benieuwd hoe jij daar in staat als papa, als mama. Anyhow: be a blessing!