Het is ingewkkeld geworden in de wereld. Dat viel me weer op toen ik een nieuwe baan kreeg in de gezondheidszorg. Als ze chronisch ziek wordt dan krijg je een indicatiestelling. Je ziekte bepaalt het soort indicatiestelling. Ben je bijvoorbeeld geestelijk ziek dan val je binnen de GGZ. Daarbinnen heb je meerdere categorien. Met per categorie meerdere klassen. Als je eenmaal in een klasse bent ingedeeld dan gelden prijzen per dag die elk jaar worden aangepast. Voor die prijs kun je een pakket aan zorg samenstellen of samengesteld krijgen. Zorg moet worden ingekocht bij een zorgkantoor. Die elk hun eigen regels kunnen stellen binnen de grenzen van een officiele instantie. Jaarlijks zijn er meerdere momenten waarop de instelling die de zorg aan je levert verantwoording moet afleggen van de ‘productie’ en aangegeven krijgt hoeveel hij vergoed krijgt. Dat is ook weer omgeven met tig regels en nog meer uitzonderingen.
Toen ik dit op me in liet werken duizelde het me. We hebben het met elkaar zo intens ingewikkeld gemaakt dat het maar de vraag is of het doel van al die dingen, namelijk effectieve hulp en kostenbesparing, hierdoor dichterbij komt. Ik vraag het me af. Maar daar gaat het mij nu niet om. De ellende is dat dit maar één iniminiterreintje is. Daarbuiten zijn nog tig andere sectoren met elk hun oerwoud van regels en regeltjes. En de grote vraag waar het mij nu om gaat is: hoe duurzaam is dit alles? Is dit een erfenis aan onze kids waar we trots op gaan zijn? Kijk kids, zo hebben we het duurzaam voor jullie geregeld. Nee, daar voel ik me niet goed bij.
Het is nogal in om voor elke beleidswijziging, elk idee en elk plan dat opkomt een paper, notitie, beleidsplan, document of hoe die dingen ook genoemd worden te schrijven. Meestal gaat het dan niet om één of twee kantjes maar om pakken papier met regels en nog meer uitzonderingen en bijlagen. Het zou reinigend zijn als de schrijver zich afvraagt of het geschreven stuk een bouwsteen moet worden, een erfenis, waar anderen op kunnen bouwen. Die anderen zijn dan niet – zoals de schrijver – hooggeschoold, maar gewoon uitvoerende doeners. Hoe kun je die mensen nou belasten met een veiligheidsnota van 26 kantjes? Dat lezen ze nooit! Geef ze gewoon een geplastificeerde kaart van hooguit een dubbelzijdig A4. Dat is zat voldoende om je boodschap over te brengen en ook nog een keer functioneel als bouwsteen.
Als iedereen nou eens op zo’n manier zou gaan werken.. Als je schrijft over een onderwerp, dan maximaal een dubbelzijdig A4. Ah, wat een verademing zou dat zijn. De gezonde stress van het terugbrengen, het reduceren, het samenvatten, het inkorten. Zodat overblijft wat echt belangrijk is. En dat alles in Jip en Janneke taal. Papier wordt weer leuk!