Ik vind Abigaïl een stoer mens. Ze woonde met haar man in de woestijn Paran, een ruig en vlak gebied in het zuiden van Israel. Ze was de vrouw van Nabal, een zakenman die zijn schaapjes op het droge had. Schatrijk. Drieduizend schapen en duizend geiten. Plus uiteraard een legertje aan knechten en slaven om zijn bedrijf te runnen. Beetje vergelijkbaar met Abraham destijds. En dus ook een aantrekkelijke target voor allerlei gespuis dat in de woestijn rond hing of op doortocht was.

In dezelfde woestijn leeft David met zijn zeshonderd mannen. David is al een tijdje op de vlucht voor Saul en houdt zich schuil in allerlei grotten. David is geliefd onder zijn mensen. Toen al. Hij is duidelijk de leider, is een vader voor al die mannen die bij hem hun toevlucht zoeken. Velen van hen hebben een ongeremd en ongeregeld leven achter de rug. David vormt hen met zijn keuzes, zijn woorden, zijn gedrag, zijn verhalen. In alles laat hij doorklinken dat hij een man van God wil zijn. Zo ook in deze woestijn Paran.

Zeshonderd man in een woestijn. Ver van huis, zonder baan, zonder eigen levensvoorziening. Dat betekende simpelweg een paar opties. Of je werkt voor je eten, of je krijgt het of je steelt het. David en zijn mannen doen het eerste. Ze jatten niks van Nabal, maar vervullen de functie van Guardian Angels. Ze bewaken de kudden van Nabal dag en nacht als een muur. Een grote uitzondering ten opzichte van alles wat er verder in de woestijn rondliep.

David hoort dat Nabal zijn schapen gaat scheren en dat betekent uitbundig feest. Eten en drinken. David stuurt tien knechten om Nabal te groeten en hem beleefd te vragen of hij wat kan missen van zijn overvloed. Maar Nabal schoffeert David. ‘Wie is die David? Wie is die zoon van Isai? Het wemelt vandaag de dag van de slaven die bij hun meester weglopen’. De arrogantie van de macht. Nabal leeft zo in zijn eigen bubbel van rijkdom dat hij denkt dat hij kan roepen wat hij wil. Hard en gewetenloos. Je ziet het wel vaker bij superrijken dat ze elk besef van normaal en moraal lijken te missen. Jammer dat Nabal alleen de sterke en doelgerichte kant van zijn voorvader Kaleb over heeft genomen en niet zijn compassie en Godsvertrouwen.

David is woedend en al stoom afblazend trekt hij er met vierhonderd man op uit om Nabal en al zijn mannelijke knechten en slaven om te brengen. ‘God mag met me doen wat hij wil als ik morgenvroeg niet..’. Hm, wil God inderdaad dat David deze mannen dood? Blijkbaar niet, want God gebruikt de schoonheid en het heldere verstand van Abigail om deze ramp af te wenden. Eén van de knechten stelt haar op de hoogte. Abigail onderneemt meteen actie. Heel verstandig. Zowel in mijn werk bij 3xM als in mijn werk als raadslid voor de ChristenUnie merk ik dat je soms heel snel moet acteren. En zeker als er een grote emotionele component in zit. Direct actie. Praten. Voordat dingen uit de hand lopen. Abigail stuurt een vredeoffer vooruit, net als Jakob destijds bij Ezau. En daarna komt zij op haar ezel om te praten.

Abigail neemt een opmerkelijke houding aan. Zodra ze David ziet valt ze op haar knieen en zegt ‘mij treft alle schuld, mijn heer’. Meent ze dat? Of is dat haar poging om Davids aandacht te trekken, zodat hij ook naar het volgende gaat luisteren? ‘Schenk alstublieft geen aandacht aan die domme praatjesmaker van een Nabal. Hij is een onbenul, zoals zijn naam al zegt. Had ik uw boden maar zelf te woord kunnen staan’. Oef, ik heb nogal moeite met deze tekst. Als ze nou gezegd had ‘Sorry David, het spijt me dat mijn man je zo geschoffeerd heeft’ dan had ik het nog kunnen pruimen. Maar in een huwelijk elkaar zo afvallen, zo de persoon neerhalen, dat vind ik zo on-Bijbels.

Blijkbaar was de relatie tussen Nabal en Abigail al enorm verstoord. Was hij ook naar Abigail hard en gewetenloos. Tja, dat raakt dan weer aan een heel andere kant. Wat een hel voor haar om met zo’n man samen te moeten leven. Geen wonder dat ze al haar frustratie eruit gooit als ze oog in oog staat met David. Ze weet heel goed wie David is. ‘Ik weet zeker dat de Heer uw huis zal laten voortbestaan, u trekt immers voor de Heer ten strijde. Er mag bij u dus uw leven lang geen spoor van kwaad te vinden zijn’. Wijze woorden van een wijze vrouw. Respect dat deze vrouw in een bizar huishouden ergens middenin de woestijn blijkbaar met God leefde, Hem kende. En misschien gaat deze geschiedenis nog wel een spa dieper. Zou het zo kunnen zijn dat God het gebed van Abigail verhoord heeft? Het gebed om redding, om uitzicht uit haar uitzichtloze relatie met Nabal?

Abigail zegt nog iets, dat in de NBV heel mooi verwoord is: ‘dan zal het steentje van uw leven veilig geborgen zijn in de buidel waarin de Heer, uw God, de mensenlevens bewaart’. Wat een prachtig beeld, dat je leven een steentje is dat God in zijn buidel bewaart. Het moet verfrissend geweest zijn voor David om met een wijze vrouw te praten over de dingen van God. Het raakt hem in het hart, zijn woede maakt plaats voor vergeving en respect. ‘Ga gerust naar huis; ik heb uw woorden aangehoord en uw verontschuldigingen aanvaard’. Een mooie reactie en zoveel beter dan later bij Batseba, als hij haar thuis wegplukt en haar man ombrengt.

Abigail wacht tot Nabal zijn roes heeft uitgeslapen. Bij het ontbijt vertelt ze hem van de dreiging en van haar actie. Nabal raakt in coma en sterft een paar dagen later. Als David hoort dat Nabal is overleden vraagt hij Abigail of ze zijn vrouw wil worden. Opnieuw buigt Abigail diep. ‘Ik ben uw dienares. Ik ben bereid de slavin te zijn die de voeten wast van de dienaren van mijn heer’. Niet bepaald een reactie van een ‘Gooise vrouw’, ver van het gepeupel badend in champagne en kaviaar. Blijkbaar heeft Abigail groot respect voor David en voelt ze zich zeer tot hem aangetrokken. Ze wordt zijn vrouw.

Op zich was dit een mooi eind geweest van een bijzondere geschiedenis. Maar David was al getrouwd. Eerst met Michal, de dochter van Saul. Maar die was door Saul van hem losgescheurd. En daarna met Achinoam uit Jizreel. Ik kan er maar moeilijk aan wennen dat polygamie bij deze man van God zo gewoon was. Wat vond God daar van? Dat lees ik niet. Wel lees ik dat het gezinsleven van David moeizaam, heel moeizaam was. Is dat dan misschien het signaal van God dat hij het bij één vrouw had moeten houden?

Het laatste dat we van Abigail lezen is dat ze in een zeer traumatische situatie terecht komt. De Amelekieten overvallen het kamp van David. De mannen zijn op dat moment niet aanwezig. Alle vrouwen en kinderen worden meegenomen. De mannen dreigen David te stenigen. David laat zien hoe een man van God daarop reageert. ‘Heer, wat zal ik doen. Zal ik ze achtervolgen?’. Hij krijgt een bevestigend antwoord en bevrijd onder andere zijn twee vrouwen. Opmerkelijk anders, misschien wel gerijpter, dan zijn impulsieve besluit om Nabal te doden. Daar lezen we niet dat hij God raadpleegde.

David kreeg in Hebron zes zonen. Van drie van die zonen (Amnon, Absolom, Adonia) lezen we slechte dingen. Maar van de zoon van Abigail, lezen we helemaal niks. Misschien dat Abigail hem in al haar wijsheid buiten het tumult heeft opgevoed, net als later Batseba dat deed met Salomo. Niet helder is of hij nou Daniel (1 Kron) of Kileab (2 Sam) heette. Maar beide mooie namen. Daniel betekent ‘God is mijn rechter’. Kileab betekent ‘perfectie van de vader’. En daar lees ik graag in ‘perfectie van de Vader’.

Lessons learned: 1. Wat kun je gezegend zijn met een mooie vrouw met een helder verstand. 2. We kunnen niet in Gods agenda kijken, maar krijgen soms wel achteraf een glimp van Zijn sturende hand. 3. Wat is het rijk om een vertrouwenspersoon te hebben die naar je luistert. 4. Geldzucht is de wortel van alle kwaad. 5. Gods redding komt soms uit onverwachte hoek. 6.