Hoe richt je een stichting op? Op deze pagina een paar tips.

Rechtspersoon. Als je een stichting opricht dan is dat niet zomaar een leuke titel, maar op het moment dat je je organisatie een ‘stichting’ noemt dan ben je dus bezig een rechtspersoon op te richten. Daar zitten wettelijke regels aan vast die je vindt in het Burgerlijk Wetboek, boek 2 vanaf artikel 285. Het is wat juridische taal, maar het geeft je wel een indruk van wat je (minimaal) moet regelen.

Bestuur. Dan is het tijd om een bestuur op te richten. Een minimum van drie bestuursleden wordt vaak aangeraden. Zodra je drie bestuursleden bij elkaar hebt kun je je eerste bestuursvergadering houden. Op die vergadering besluit je een aantal dingen. Zie art. 2:286 BW. Dus onder andere naam en doel van de stichting, maar ook wat de standplaats wordt. Die notulen onderteken je als bestuursleden. En het is ook wel belangrijk dat je je realiseert dat je als bestuurslid risico loopt op aansprakelijkheid. Als beginnende stichting kun je dat risico vaak wel afdekken door een (gratis) verzekering van de burgerlijke gemeente. Meestal te vinden als je de gemeente waar je je standplaats hebt intikt, gevolgd door ‘vrijwilligers verzekering’. Daarnaast is het wijs een ‘gewone aansprakelijkheidsverzekering’ te sluiten. Kijk goed of de dekking vanuit de gemeente adequaat is en verzeker zonodig bij.

Notaris. Zodra je getekende notulen van de oprichtingsvergadering hebt kun je statuten en oprichtingsakte laten maken door een notaris naar keuze. De notaris heeft daarvoor gegevens nodig van de bestuursleden die gaan tekenen. En de notaris zal met jullie in overleg gaan over allerlei zaken die in de statuten geregeld moeten worden. Daarna zal de notaris jullie de concept documenten toesturen om er nog even rustig naar te kijken. En klaar. Voor de oprichting ben je minstens een aantal honderden euro’s kwijt.

Kvk. Op naar de Kamer van Koophandel om je stichting in te schrijven in het handelsregister. Daarvoor heeft de KvK ook je privé gegevens nodig. Dus net als bij de notaris paspoort bij de hand houden. Heb je KvK inschrijving geregeld dan volgt ook de inschrijving in het UBO register. Meestal worden de directeur en bestuursleden van een stichting als ‘hoger leidinggevende’ ingeschreven in het UBO register, omdat je als stichting doorgaans geen ‘eigenaren’ hebt.

Bank. Met de statuten, KvK inschrijving en UBO inschrijving kun je naar de bank om een bankrekening te openen. De bank vraagt daarbij naar de wettelijk vertegenwoordiger. Alleen zij kunnen bij de bank terecht. De bank opent niet zomaar een rekening voor je. Ze willen zeker weten dat de bestuursleden zijn wie ze zeggen dat ze zijn. Dus ook daar check dubbel check. Daarnaast wil de bank uitgebreid weten waar je geld vandaan komt en waar het naartoe gaat.

ANBI. Waarschijnlijk wil je dat giften aan je stichting aftrekbaar zijn voor de inkomstenbelasting. Dat kan alleen als je een ANBI beschikking hebt. Die kun je aanvragen via de Belastingdienst. Daar kun je ook zien welke verplichtingen er aan de ANBI beschikking vast zitten (onder andere verantwoording op je website). Als ANBI hoef je trouwens geen erfbelasting over nalatenschappen te betalen, dus ook in die zin een mooi voordeel.

Overig. Tja, en verder zijn er nog heel veel dingen te noemen die gelden voor elke organisatie. Welkom in afkortingenland! AVG, BHV, VOG, ARBO, RI&E etc. etc.

Succes met je stichting!