Henoch is een bijzondere man geweest. Hij wandelde namelijk met God. Bij ‘wandelen’ moet ik denken aan ‘welzalig de man die niet wandelt in de raad der goddelozen’ uit Psalm 1. Wandelen is gezond. Huisartsen adviseren mensen om te gaan wandelen. Goed voor je lijf, goed voor je hoofd. Wind neutraliseert je hersens. Je beweegt. Je geniet van de omgeving. Je hebt er tijd voor vrij gezet. Je bepaalt je eigen tempo. Even verder helemaal niks dan jezelf en de bagage waarmee je op pad bent. Als je praat met een medewandelaar dan kun je kiezen waar je kijkt. Wandelen leent zich uitstekend voor vergezichten en memoires. Maar ook voor het woorden geven aan emoties. Toekomst, verleden, heden. Als je de goede route kiest wordt je niet snel afgeleid door mensen of door werk. En als het te intens wordt kun je stil gaan staan, een bankje nemen. En als God je medewandelaar is, dan wordt het wel heel bijzonder.
Van Adam en Eva wordt het ook gezegd. Dat God met hen wandelde door het paradijs. Henoch is het zevende geslacht vanaf Adam en Eva. Dat ‘zevende’ staat in de Bijbel voor heiligheid. Een bijzondere plek. En omdat de zondvloed nog niet geweest was konden de mensen nog heel oud worden. Adam werd 930 jaar oud. Hij was nog relatief jong, 522 jaar, toen Henoch geboren werd. Adam en Henoch hebben elkaar dus gekend. Sterker nog, ze zullen wat gepraat hebben over hoe het vroeger was in het paradijs. Adam zal Henoch met een zekere spijt en heimwee verteld hebben over zijn wandelen met God. En Henoch heeft dat opgepikt. Anders dan de mensen om hem heen heeft hij zijn hart op God gericht. En God heeft hem opgemerkt. Eindelijk weer iemand die echt met Hem wilde leven. Wat zal dat voor God heerlijk geweest zijn en hem ontroerd hebben, het doel van Zijn schepping terug te vinden in Henoch. Heerlijk weer even van hart tot hart met elkaar praten, zoals ooit met Adam.
Die gesprekswandelingen met God waren voor iedereen merkbaar. Iedereen wist dat Henoch een bijzondere band met God had. En daar liet Henoch het niet bij. Hij Henoch was een profeet. Hij hield zijn tijdgenoten als voor ‘Ik zie de Heer komen met zijn heilige tienduizendtallen om over allen zijn vonnis uit te spreken; alle goddeloze zondaars zal hij veroordelen voor alle goddeloze daden die ze in hun goddeloosheid bedreven hebben en voor de harde woorden waarmee ze hem hebben beledigd’. Wow denk ik dan. Is dat Henoch? Blijkbaar gaf het wandelen met God hem niet alleen liefde en toewijding, maar ook scherp geestelijk onderscheid en zelfs zicht op Gods plannen. Doet me even denken aan Stefanus, die vlak voor zijn steniging ook zei ‘Ik zie’. Een open hemel.
Toen Henoch 365 jaar oud was, in toenmalige termen zeg maar in de kracht van zijn leven, nam God hem plotseling weg. Henoch stierf niet, maar mocht zo op een wandeling mee met God naar de hemel. Heel bijzonder. Er zijn maar een paar mensen van wie in de Bijbel gezegd wordt dat ze met God wandelden. Adam, Henoch. Er zijn maar een paar mensen die intiem met God optrokken. Abraham, Henoch, Noach, Mozes, Elia, Johannes. En er zijn maar een paar mensen die niet een normale dood stierven. Henoch werd door God opgenomen. Mozes werd door God begraven op de berg Nebo. Niemand kon zijn graf vinden. En Elia werd voor het oog van Elisa door God opgehaald met wagens en paarden. Later, als Jezus vlak voor zijn dood staat en weet wat hem nog allemaal te wachten staat, komen Mozes en Elia even op aarde terug om met Jezus te praten. Ik had er niet gek van opgekeken als Henoch daar ook bij was geweest.
Nog even een kwellende vraag die is blijven liggen. Wat dan met Adam? Wandelde Adam niet meer met God? Was Adam het padje kwijt geraakt? Vervreemd van God? Adam was bijna 890 toen Henoch werd opgenomen. Hij zal zich als geen ander gerealiseerd hebben dat zijn nakomeling een intiemere band met God had dan hij. Die gebeurtenis zal Adam aan het denken gezet hebben, hem geïnspireerd hebben. Henoch en Adam zullen er ook met Noach over gesproken hebben. Want Noach was rond de 30 jaar oud toen Henoch werd opgenomen en rond de 70 toen Adam stierf. Daarna kreeg Noach honderden jaren de tijd om na te denken en rustig te wandelen voordat de kinderen kwamen…