De drie musketiers waren een eregarde voor de Franse koning. Ze bleven trouw aan de koning en hun lijfspreuk was: ‘één voor allen en allen voor één’. In de geschiedenis gaat het om de koning. Die staat in alle boeken en op alle podia. Maar te vaak wordt vergeten dat het juist de musketiers zijn die er voor zorgen dat de koning ongehinderd zijn werk kan doen. Daarom wil ik graag het licht laten schijnen op de drie musketiers in het Nieuwe Testament. Ze vormen een eregarde voor de Koning, al zullen ze dat zelf misschien nooit zo bedacht hebben. Wie zijn deze mannen?
1. Barnabas.
Over Barnabas schreef ik eerder al. Zie hier. Ik mocht afgelopen zondag over hem preken. Zie hier. Een groot voorrecht! Barnabas was een man, vol van de Heilige Geest. Hij bracht een groot offer voor God door een belangrijke bezitting te verkopen en het geld in te zetten voor het Koninkrijk. Barnabas nam het voor Paulus op toen Paulus moeilijk aansluiting kon vinden bij de leiding van de kerk na zijn bekering. Jacobus en Petrus waren op dat moment de belangrijkste kerkleiders. Deze kerkleiders vertrouwden Barnabas even later het werk in Antiochie toe. En Barnabas ontfermde zich een tweede keer over Paulus door hem persoonlijk uit Tarsus op te halen. Waarna Paulus tot grote zegen is geweest voor velen en ook voor ons. Paulus schreef immers de helft van het Nieuwe Testament. Barnabas had dus het vertrouwen van zowel Petrus als Paulus.
2. Johannes Marcus
Johannes Marcus was het neefje van Barnabas. Bij zijn moeder in huis werd gebeden toen Petrus in de gevangenis zat. Petrus werd bevrijd. Hij zal daar dankbaar voor geweest zijn. Johannes Marcus werd door Barnabas en Paulus meegenomen op hun eerste zendingsreis naar Cyprus en klein Azie. Later schreef hij het evangelie van Marcus. En later na wat strubbles met Paulus gaan Barnabas en Marcus nog een keer met z’n tweeen naar Cyprus. Is de relatie tussen Paulus en Johannes Marcus daarmee verknald? Welnee. Aan Timotheus schrijft Paulus een aantal jaren later: ‘haal Marcus op en neem hem met je mee, want hij kan mij goede diensten bewijzen’. En Petrus schrijft in zijn brief ‘mijn zoon Marcus groet u’. Dus ook Johannes Marcus heeft voor zowel Petrus als Paulus veel betekend.
3. Silas
Silas kennen van het moment dat Paulus en Silas in de gevangenis zitten, waarbij na hun zingen de gevangenis instort en de gevangenbewaarder tot geloof komt. Silas had veel vertrouwen van de apostelen. Judas en Silas waren namens de gemeente uitgezonden om samen met Paulus en Barnabas naar Antiochië te gaan om daar te vertellen wat van de nieuwe gelovigen verwacht werd. Een belangrijk moment en blijkbaar heel goed en liefdevol overgebracht door Judas en Silas. In de brieven van Paulus en Petrus wordt Silas ook wel Silvanus genoemd. Petrus schrijft in zijn eerste boek ‘met behulp van Silvanus, die ik als een betrouwbare broeder beschouw, heb ik u deze korte brief geschreven’. Dus ook Silas genoot groot vertrouwen van zowel Petrus als Paulus.
De drie musketiers van het Nieuwe Testament noem ik ze. Petrus en Paulus waren de grote mannen. Petrus voor de verkondiging van het evangelie onder de joden. Paulus voor de verkondiging onder de niet joden. Het botste regelmatig tussen deze twee grootmachten. Niet zo verwonderlijk. Maar waar het botst is het ook nodig dat er wijze mensen zijn die het vertrouwen van beiden genieten. Die vanuit het principe ‘één voor allen’ leven. En – nog belangrijker – die wijzen op het ‘Eén voor allen’. Met andere woorden: die Petrus en Paulus steeds weer op God wijzen en op de eenheid die Jezus hen heeft voorgehouden in Johannes 17. Daarmee hebben deze drie mannen gewerkt aan de bouw van het Koninkrijk. Tot eer van God. Allen voor Eén.