Jozef was één van de twee zonen van Rachel, de lievelingsvrouw van Jakob. Bij de geboorte van Benjamin was Rachel gestorven. Jakob was vanaf het allereerste begin stapelgek geweest op de mooie Rachel. Hij zag in Jozef deze lieve vrouw terug. En zo werd Jozef het lievelingetje van zijn vader, wat hem de kop gaat kosten. Zelfs Benjamin heeft dat plekje nooit gehad, ook niet toen Jozef dood werd gewaand. Pijnlijk voor Benjamin. Niet gezien door zijn vader, niet door zijn broers. Geen moeder meer. Benjamin werd een verscheurende wolf. Dus pas op met het voortrekken van een kind!
Jozef groeide verwend op en kreeg naast aandacht ook mooie spullen van zijn vader. Niet gek dat zijn broers een enorme hekel aan Jozef kregen. Jozef wentelde zich naief in de onverdeelde aandacht van zijn vader. En dat vind ik wel begrijpelijk. Als je je als kind zo geliefd, beschermd en veilig voelt bij vader of moeder, dan koester je dat en wentel je je daarin. En omdat vader of moeder achter je staat voel je je ook vrij om dingen te zeggen. Jozef vertelt van dromen die hij gehad heeft. In de eerste droom waren het de broers die voor hem bogen, in de tweede droom ook zijn vader en moeder. Dat wordt Jakob te veel. Voor het eerst lezen we dat Jakob Jozef terecht wijs. Het kan te gek, jongen. Ken je plaats. Maar ondertussen vraagt Jakob zich wel af wat de dromen zouden kunnen betekenen. Er staat niet dat Jakob het er met Jozef over heeft dat dromen een bijzondere betekenis kunnen hebben, dat God je er iets duidelijk mee kan maken. In deze tijd zouden we zeggen dat Jozef sensitief is voor boodschappen van God. Maar blijkbaar heeft hij nog geen echte band met God. Net als later Samuel herkent Jozef de stem van God nog niet.
De broers verkopen Jozef aan handelaren en hij komt in het huis van Potifar. Jozef is weg van vader en moeder, weg van de context waarin hij kon pronken. Hij wordt op zichzelf teruggeworpen zouden wij zeggen. Maar meer nog pakt God de draad met Jozef op. Bij elke stap die Jozef maakt staat dat God hem zegende: alles wat hij deed gelukte hem (vgl Psalm 1). Van slaaf naar dienaar naar leider van het huishouden. Vervolgens verleid en vernederd door de vrouw van Potifar, waarna Jozef opnieuw begon. Van gevangene naar administrateur naar regelneef naar onderkoning. In Egypte wordt Jozef snel volwassen. En ondanks – of dankzij – de seculiere omgeving van Potifar en de harde werkelijkheid van de gevangenis erkent Jozef Gods bestaan. Als de vrouw van Potifar hem verleidt dan zegt Jozef ‘nee, dat zou een grove zonde tegenover God zijn’. Later, in de gevangenis, blijkt dat hij de intimiteit met God heeft gezocht. ‘Alleen God kan dromen uitleggen, ik niet’. Ergens tussen de put en de gevangenis heeft Jozef een omslagpunt gemaakt. Van vervolgde christenen hoor je dat vaker, dat hun geloof verdiepte in gevangenistijd. Dat het geen ‘zeg God vaarwel en sterf’ was zoals de vrouw van Job Job adviseerde. Op het moment zelf zijn knakpunten hard en reden voor een ‘waarom’. Sommige mensen moeten meerdere keren knakken voordat ze de stem van God herkennen.
Jozef legt een droom van Farao uit. Deze is onder de indruk van de uitlegging, maar meer nog van de wijsheid van Jozef. En dus stelt de Farao hem aan als onderkoning. Jozef maakt dankbaar gebruik van de skills die hij geleerd heeft. Drie keer heeft hij een beschermd milieu gehad waarin hij groeide. De eerste bij zijn vader en broers waar hij door schade en schande leerde wat het betekent om bij de elite te horen en hoe afstand tussen elite en volk kan escaleren. De tweede bij Potifar waar hij leerde met mensen samen te werken. Leerde nederig te zijn. Maar ook leerde hoe informele leiders een organisatie totaal kunnen ruineren. De derde in de gevangenis waar het recht en de macht van de sterkste regeerde. Waar mensen vanuit wantrouwen en manipulatie reageerden en redeneerden. Waar hij leerde onderhandelen om vrijheden te verwerven. Deze skills had Jozef hard nodig. Want opeens vielen de beschermende schillen weg. Was er geen context meer waarbinnen hij processen moest optimaliseren.
Opeens was hij de onderkoning aan wie de koning alle vertrouwen had gegeven. Een wezenlijk andere taak. Nauwelijks kaders. Een enorme opdracht. Van operationeel via tactisch naar een strategische positie. En dat terwijl Jozef in essentie een dromer was, die niet geleerd had zijn eigen wil te ontwikkelen maar naar de wil van vader, Potifar en cipier had te handelen. Maar opeens in één klap zijn daar visie, daadkracht en het mobiliserende vermogen dat grote leiders typeert. Deze man wordt nu op een enorm hoge post leidinggevende. Ik kan het maar op één manier verklaren. God heeft deze vaardigheden zo voorbereid door alles heen. Ze waren latent aanwezig en lange tijd onderdrukt. Jozef denkt een briljant plan uit wat en de positie van de Farao verstevigt en het land Egypte machtig maakt en het volk jarenlang van voedsel voorziet en de export enorm doet stijgen.
Ik ben ook een dromer. In mijn kleinmenselijkheid probeer ik God te volgen in Zijn strategie. Hoe liep het paadje bij Jozef? Het voortrekkersgedrag bracht Jozef naar Egypte. Zijn mooie koppie bracht hem in de gevangenis bij de schenker. De dromen waren de sleutel naar de Farao. Zo van buiten af werd het niks met Jozef. Verwend kind. IJdeltuitje. Dromertje. Slippertje met de vrouw van Potifar. Gevangenis. Einde oefening. Maar God gebruikt al die dingen en bouwt er op. Althans, als jij je door God wilt laten gebruiken. Jozef had zijn dromen voor zich kunnen houden. Hij had met de vrouw van Potifar naar bed kunnen gaan. Hij had het uitleggen van de droom van Farao af kunnen slaan. ‘Mij te link’. Maar hij bleef afgestemd op God.
Uiteindelijk komen zijn broers bij hem op bezoek om graan te kopen. Jozef ziet ze. Dat is vreemd. Een directeur van een multinational houdt zich niet bezig met operationeel werk. Een minister komt niet vaak in de dorpen om te kijken hoe dingen in de praktijk werken. Te druk. Maar blijkbaar was dat bij Jozef anders. Hij ging direct over de graanverkopen, althans misschien alleen de graanverkopen aan buitenlanders. Jozef herkent ze meteen als ze vertellen dat ze graan willen kopen dan komt plotseling die droom van lang geleden – pats – in zijn gedachten. Het kwartje valt op zijn plaats. Jozef test de broers uit. Hij is veranderd, maar de broers ook. Waarom zijn de broers veranderd? Ik denk dat dat komt door de thuissituatie die totaal veranderd is. Vader rouwt nog steeds om Jozef, is er nooit overheen gekomen. De broers rouwen om het verlies van hun onbevangenheid; ze hebben schuld aan huns vaders ongeluk door dat grote geheim dat niet mag uitlekken. En Benjamin heeft nooit de positie van Jozef verworven. Hij is een soort trofee geworden. Het laatste wat aan Rachel herinnert. En de broers hebben honger en dat maakt rauwe bonen zoet. Jozef roept uiteindelijk uit ‘Ik ben Jozef, leeft mijn vader nog’? Blijkbaar gaat de band met Jakob nog steeds diep. Heeft hij veel aan zijn vader gedacht en echt van hem gehouden. Dan volgt de hereniging met broer Benjamin en vader Jakob.
Lessons learned: 1. Eén kind voortrekken kan het kind in het ongeluk storten, maar kan evengoed van broer of zus een verscheurende wolf maken. 2. Dromen kunnen een belangrijke boodschap van God bevatten, zeker als het thema in meerdere dromen terugkomt. 3. Zegen van God kan uitkomen in het feit dat alles wat je doet gelukt. 4. In de put van je bestaan kan je band met God hersteld en verdiept worden. 5. Als je in totaal verschillende omgevingen terecht komt dan leer je veel vaardigheden. 6. God bouwt op alles wat je meemaakt in je leven iets moois. 7. Het is nooit te laat voor vergeving en verzoening. 8. Ook grote leiders doen soms heel operationeel werk. 9. Schrijf je dromen op; hun betekenis kan jaren later duidelijk worden. 10. Investeer de eerste levensjaren in je kind is een investering in een levenslange relatie.