Geplaatst op april 3, 2013
De zon schijnt. Echt zo’n dag dat je de moed hebt één van de vele taboe onderwerpen aan te snijden. Eigenlijk zijn dat alle onderwerpen die te maken hebben met de achterkant van je gezin, die dingen waar de meeste mensen niet zo over praten. In hetzelfde taboe-hokje zitten levensterreinen als sex, verslavingen, verborgen angsten, tederheid (geldt met name voor mannen) en schaamvolle gewoontes.
Die laat ik nu dus even lekker liggen, om stil te staan bij ‘gezinsplanning’. Het woord is denk ik nog niet zo heel oud. Ik kan me niet voorstellen dat de generatie van mijn ouders het woord ‘planning’ kende, laat staan ‘gezinsplanning’. Het heeft iets te maken met de vanuit Angelsaksische landen overgewaaide zucht naar beheersing, sturing en juridisering. Het heeft iets van ‘je gezin als bedrijf’. Met alle bedrijfsprocessen van dien. Een wasstraat. Een kledingproces. Foodprocessing. En gezinsplanning dus. Dat woord heb ik leren kennen als het geheel van vragen en beslissingen rond de samenstelling en (vooral) de grootte van je gezin.
Mijn eerste ervaringen met de term ‘gezinsplanning’ moeten hebben gelegen in een gespreksgroepje, dat we vlak voor ons trouwen bezochten. Ach, je praat er wel eens samen over hoe groot je gezin gaat worden. En je kijkt eens om je heen naar andere gezinnen. En je staat eens stil bij het nest waar je elk uit komt. Al die ervaringen maken een verlangen of een afgrijzen in je los. Ik denk dat dat de eerste aanzet geeft tot gedachten over de grootte van je gezin.
Vervolgens kwam daar voor mij het besef bij dat het plannen van je gezin een heel relatief begrip is. Mijn denkraam staat sowieso ver af van uitdrukkingen als ‘kinderen nemen’. Ik zit meer op de lijn van ‘kinderen krijgen’. Omdat ik om me heen stellen zie die heel graag kinderen zouden hebben, maar die ze door allerlei oorzaken niet kunnen krijgen. Dat maakt me bescheiden. Wat een zegen dat wij wel kinderen kregen toen we daar naar verlangden. Daarnaast geloof ik dat God de Schepper is van alle leven. Alle leven. En dat ik dus niet kan nemen wat me niet gegeven wordt. Simpel omdat ik niet de regiehouder ben. Oké, ik kan beïnvloeden is wanneer en aan wie ik zaadcellen meegeef. En kan wat voorbehoedsmiddelen gebruiken om het nog wat meer in te kaderen. Maar voor de rest is het toch gewoon in spanning afwachten of en wat je gegeven wordt.
Hoe miniem ook onze rol in dit alles; er valt dan nog heel wat te bespreken.
* Gebruik je voorbehoedsmiddelen? Voor veel mensen zal het verrassend zijn dat ik deze vraag stel. Maar er zijn heel wat mensen, ook in dit land, die geen voorbehoedsmiddelen willen gebruiken. Omdat ze geloven dat ze daarmee te kort doen aan Gods leiding over hun leven. Ik sta hier net even anders in. Ik geloof dat je voorbehoedsmiddelen mag gebruiken, terwijl je biddend aan God voorlegt op welk moment je die zult inzetten.
* Welke voorbehoedsmiddelen gebruik je? De pil heeft – voor zover ik weet – als nadeel dat er veel hormoontroep in je lichaam komt. Daarmee is de pil onnatuurlijk. Bovendien vlakt de pil je (sexuele) gevoelens af. Om die redenen heeft de pil niet mijn voorkeur. En je moet als vrouw ook maar zo gedisciplineerd zijn om het ding in strakke regelmaat te slikken. Dat is ook niet alle vrouwen gegeven. Het spiraaltje is in die zin wat handiger, maar ik zou nooit voor het spiraaltje kiezen omdat het spiraaltje abortief werkt. Ik heb een vrij stevige mening over abortus en die is: Abortus kent geen winnaars. Dan is er nog condoom, tegenwoordig te verkrijgen met allerlei geur- en smaakstoffen. Handig en bruikbaar in een monogame relatie. Jammer dat het condoom vrije sex experimenten lijkt te stimuleren. Als laatste noem ik de natuurlijke methoden, die je kunt gebruiken als je vrouw een regelmatige cyclus heeft. Het schijnt dat vrouwen op basis van hun temperatuur weten wanneer ze vruchtbaar zijn. Bovendien kun je bij een regelmatige cyclus vrij nauwkeurig aangeven wanneer je vrouw vruchtbaar is en wanneer niet.
* Wanneer stel je je open voor je eerste kind? Dat zal enorm verschillen per stel. Als je allebei wat ouder bent dan zul je het risico niet willen nemen dat je ‘achter het net vist’. En als je nog maar een paar jaar een relatie hebt dan zou ik zeggen: bouw eerst een stevig fundament met elkaar voordat je je openstelt voor kids. Dat zeg ik omdat ik geloof dat de relatie met je vrouw en de relatie met God voorop staat. Daarna pas de relatie met je kids en alle andere relaties en verantwoordelijkheden in je leven. By the way, ik denk dat je de kinderwens niet moet uitstellen om economische redenen. ‘We hebben nu geen geld, dus we wachten nog even’. Ik heb nog nooit van een stel gehoord dat achteraf spijt had omdat ze de kosten rond het kind eigenlijk niet konden opbrengen.
* Hoe snel volgen de kids elkaar op? Irritant vraagje, met name omdat je daar pas een goed antwoord op kunt geven als je de kids meemaakt. En dan ben je dus te laat. Ik ken gezinnen waar de kids elkaar snel (lees: jaartje er tussen) opvolgen. Dat doet in de jonge jaren van de kids een groot beroep op je vrouw. Je zult je dus moeten afvragen wat de belastbaarheid van je vrouw is. Twee jaar vonden wij in onze situatie een mooi interval. Maar nogmaals, je hebt het niet altijd voor het zeggen.
* Hoeveel kids wil je krijgen? Het gemiddelde Nederlandse gezin heeft 1,7 kinderen. Wij hebben er drie en zijn blij met onze kids. We krijgen wel eens vragen: drie, is dat niet heel druk? Nee, eerlijk gezegd niet. Kijk gewoon wat je aankunt en bepaal biddend hoe je gezinssamenstelling verloopt. Een bepaalde ontspanning daarin is denk ik ook wel op z’n plaats.
Welnu, tamelijk open blogje geworden. Ik hoop dat je er wat mee kunt. Be a blessing as a papa. En houd je niet te veel afzijdig als het gaat om (het gesprek rond) gezinsplanning…