Maria is één van de meest voorkomende vrouwennamen in de Bijbel. Niet zo gek als je bedenkt dat Maria afgeleid is van Mirjam, de zus van Mozes. Je zou kunnen zeggen dat er in de Bijbel drie prominent aanwezige Maria’s zijn en drie Maria’s die even genoemd worden. De drie ‘en passant’ Maria’s zijn Maria, de vrouw van Kleopas (Joh 19:25), Maria de moeder van Johannes Marcus (Hand 12:12) en Maria uit Rome (Rom 16:6). Maar op deze page behandelen we alleen de drie prominente Maria’s. Dat zijn Maria, de moeder van Jezus, Maria van Magdala en Maria van Bethanie.
1. Maria, de moeder van Jezus
Geen enkele vrouw in de Bijbel neemt zo’n belangrijke plaats in als Maria, de moeder van Jezus. Maria is dus afgeleid van het Hebreeuwse Mirjam. Dat vind ik mooi. Vanwege de parallellen die ik zie tussen beide vrouwen. 1. Het waren beide diep gelovige vrouwen die God onvoorwaardelijk gehoorzaamden. 2. Beiden woonden een tijd van hun leven in Egypte en een tijd in Israël. 3. Mozes verwijst met zijn middelaarschap – ‘neem mij dan maar Heer, maar spaar dit volk’ vooruit naar Jezus. 4. Beide vrouwen komen in actie als hun zoon gevaar loopt. 5. Beide vrouwen moeten hun zoon afstaan. 6. Beide vrouwen krijgen meerdere kinderen die een belangrijke rol hebben gespeeld in de Bijbel. By the way, ook in de Koran neemt Maryam een belangrijke plaats in in twee soera’s. Maryam is de enige vrouwennaam die in de Koran genoemd wordt en in de hele Koran zijn slechts acht soera’s vernoemd naar een persoon, waarvan Maryam er eentje is..!
Eén van de laatste dingen die Jezus op aarde regelt is dat zijn moeder Maria in huis wordt opgenomen door zijn leerling Johannes. Merkwaardig. Waarom niet bij één van de broers van Jezus? Leefden die niet meer? Jawel hoor. Geloofden zijn broers niet in Jezus en was dit de manier om het jonge geloof van Maria veilig te stellen? Als dat de reden is dan is Maria daar succesvol in geweest, want Jakobus zal later één van de belangrijkste leiders worden van de jonge kerk. En Jakobus en Judas hebben ons prachtige Bijbelboeken nagelaten, waaruit hun geloof blijkt. Maar het meest waarschijnlijk is dat zijn broers nog te jong waren om hun moeder in huis te kunnen nemen. Betekent dan ook meteen dat Johannes en de zorg kreeg voor Maria, maar ook voor haar kinderen. Mooi dat Maria en de broers van Jezus er bij zijn op de pinksterdag dat de Heilige Geest wordt uitgestort. Dat is ook meteen het laatste wat we over Maria lezen in de Bijbel. Velen hadden graag gezien dat Maria een plekje in Hebreeën 11 had gekregen als geloofsgetuige, maar daar worden alleen Oudtestamentische namen expliciet genoemd en dan vooral de mannen.
Maria neemt een heel bijzondere plek in binnen de kerk. Onder andere in de Rooms Katholieke kerk en in de Orthodoxe kerk neemt Maria de plaats in van de gezegende en heilige Maagd Maria aan wie de gelovigen zich toevertrouwen en bij wie ze voorspraak vragen omdat zij het dichtst bij het hart van Jezus zou staan. Op diverse plaatsen in de wereld zou Maria verschenen zijn, met Lourdes als bekendste plaats. De Roomse kerk gelooft ook dat Jezus Maria’s enig kind was en dat de broers van Jezus die in de Bijbel genoemd worden in werkelijkheid neven van hem waren. Een bijzondere plek dus. Maar ook vanuit protestantse hoek neemt de aandacht voor Maria toe. Prof. dr. Arnold Huijgen, hoogleraar dogmatiek aan de Protestantse Universiteit, schreef ‘Maria, icoon van genade’.
2. Maria van Bethanië
De tweede Maria is de zus van Martha en Lazarus. Waarschijnlijk is dit dezelfde Maria als die genoemd wordt in Luc 10:38. Maria zat aan de voeten van Jezus. Een houding van betrokkenheid en nederigheid. Ze wil niks missen van de woorden van Jezus. Zus Martha slooft zich enorm uit in het huishouden terwijl Maria daar maar zit. Martha spreekt Jezus erop aan. ‘Zeg er wat van!’. Maar Jezus neemt het voor Maria op ‘Martha, Martha, je bent zo bezorgd en je maakt je veel te druk. Er is maar één ding belangrijk. Maria heeft het beste deel gekozen, en dat zal haar niet worden ontnomen’. Het beste deel, dat is luisteren naar Jezus. Op zichzelf logisch dat Martha zich zo uitslooft. Jezus was hun vriend en gastvrij onthaal was enorm belangrijk in die tijd. Je gast is je alles. En dus zorg je eerst dat je gast schoon is, eten krijgt en een behaaglijke plek heeft. Maar Maria gaat meteen zitten. Klein detail: Martha spreekt Jezus aan en niet Maria zelf. Terwijl ze gedragsverandering van Maria wil. Ik denk dat Martha wist dat het zinloos was haar zus aan te spreken. Als Maria eenmaal iets wilde dan was ze daar niet vanaf te krijgen. Maar dat ze bij Jezus nog een kans had.
Lazarus wordt ziek en sterft. Martha hoort dat Jezus er aan komt en gaat hem meteen tegemoet, terwijl Maria thuis bleef. Pas als Martha aan Maria vertelt dat Jezus naar haar gevraagd heeft gaat ook zij op pad en valt meteen aan de voeten van Jezus. Beide zussen hebben dezelfde opmerking ‘als u er geweest was zou Lazarus niet gestorven zijn’. Bij Martha resulteert dat in een heel vertrouwelijk en doelgericht gesprek. ‘Martha, je broer zal uit de dood opstaan’. ‘Ja ik weet het, op de jongste dag’. ‘Nee, nu’. Bij Maria geen gesprek, maar delen van gevoelens. Jezus vraagt meteen naar het graf en huilt. Ook als ze de steen van het graf weg willen halen is Martha de praktische rationele vrouw: ‘Maar Heer, die stank! Hij ligt hier al vier dagen’. Uhm Martha, ik had je toch in vertrouwen genomen over wat er gaat gebeuren? Een tijdje daarna wil Jezus Lazarus nog een keer eren. Ze houden een maaltijd. Mooi om te lezen ‘en Lazarus was één van de mensen die met hem aanlagen’. Levend bewijs! Lazarus was inmiddels een BI-er geworden (Bekende Israëliet). Veel mensen wilden met eigen ogen zien dat hij weer levend was. Martha bediende hen. Uiteraard. Maar Maria heeft een heel ander programma, is met totaal andere dingen bezig. Zij Maria neemt een kruikje kostbare olie en zalft daarmee de voeten van Jezus. Droogt de voeten vervolgens af met haar haren. Een gebaar van liefde en toewijding. Maar tegelijk ook een profetische daad van zalving in voorbereiding op de begrafenis van Jezus.
3. Maria Magdalena
Deze Maria kwam uit het dorpje Magdala. Vandaar de aanduiding ‘Magdalena’. Jezus had bij haar zeven demonen uitgedreven. Maria vergezelde het gezelschap van Jezus en de twaalf discipelen. Samen met een paar andere vrouwen, die ook waren bevrijd van demonen of ziekte. Bij de kruisiging van Jezus is deze vrouw één van de laatste mensen die nog met Jezus spraken, voordat hij stierf. De andere twee waren Maria, de moeder van Jezus en Maria, de vrouw van Kleopas. Daarna is Maria Magdalena de eerste mens die na zijn opstanding met Jezus spreekt. Daarmee is Maria Magdalena een soort bazuinblazer van het goede nieuws geworden! Zij rent meteen naar de leerlingen toe, die in verwarring, verdriet en angst bij elkaar zitten. ‘Ik heb de Heer gezien en met hem gesproken!’.
Lessons learned: 1. Het belangrijkste is luisterend zitten aan de voeten van Jezus. 2. Wat je ziet is niet alles. 3. Een bevrijd mens leeft dankbaar. 4.