‘Waarom is de koning vriendelijk voor zo’n dode hond als ik’? Er zijn van die zinnen in de Bijbel die pijn in de ogen doen. En pijn in het hart. Een hond. Dat staat in de Bijbel symbool voor slechte behandeling, voor nietswaardig. Abner en Goliath riepen het ook uit: ‘Ben ik soms een hond dat je…?’. Honden, dat hoorde bij het uitschot, het laagste. De honden zullen later het bloed van Achab oplikken en zijn vrouw Izebel verscheuren.
Waarom noemt Mefiboseth zichzelf een hond? Hij was de zoon van Jonathan, de boezemvriend van David. Jonathan had David even lief als zichzelf en David beschrijft zijn liefde voor Jonathan als wonderlijker dan de liefde van vrouwen. Mefiboseth was de zoon van Jonathan. Hij zal toch geweten hebben van deze diepe vriendschap tussen zijn vader en David? Waarom dan die reactie? Daarvoor moeten we wat dieper graven.
Koning Saul en zijn zonen waren omgekomen in de strijd tegen de Filistijnen. Ook Jonathan was gedood. David werd koning van Juda, maar door toedoen van Abner kwam Sauls zoon Isboseth op de troon te zitten in Israël. Blijkbaar had Isboseth niet meegevochten of was hij ontsnapt. En zoals het in die tijd vaker ging dachten een aantal mensen dat ze David een plezier zouden doen door Saul en zijn familie uit te moorden. Zo ging ook Isboseth er aan. Maar David was een man naar Gods hart. Hij had nooit zelf naar de troon gegrepen, maar was pas koning in Hebron geworden toen God hem daar zelf toestemming voor had gegeven. David zat helemaal niet te wachten op een uitgemoorde familie van Saul.
Met Jonathans familie lag het nog een graadje sterker. David had Jonathan tweemaal gezworen dat hij de liefde en vriendschap van de Heer niet alleen aan Jonathan zou betonen, maar ook aan zijn kinderen. Toen David eenmaal op de troon zat vroeg hij zich af of er nog familieleden van Saul in leven waren. Want, staat er, hij wilde hen goed behandelen zoals hij Jonathan had beloofd. Wat een vent he! Hij wil Saul niet doden, terwijl Saul zijn leven teisterde. Integendeel, hij trekt zijn belofte aan Jonathan nu juist door naar de familie van Saul. Daarmee is David een enorm voorbeeld voor ons. Bid voor wie je vervolgen. Zegen hen.
Ik denk dat David compleet uit zijn plaat ging toen hij hoorde dat er nog een zoon van Jonathan in leven was. ‘Ja, er is nog een zoon van Jonathan die aan beide voeten verlamd is’. Toen Saul en Jonathan sneuvelden was de verzorgster van de vijf jaar oude Mefiboseth met hem gevlucht. Maar hij was daarbij gevallen en verlamd geraakt aan beide voeten. En toen het moord eskader na de dood op Isboseth rondkeek of ze alle zonen van Saul gedood hadden zagen ze in Mefiboseth geen gevaar.
Rond Mefiboseth niets dan triestigheid. Zijn naam betekent iets als ‘uit de mond van de schande’. Er zijn er zelfs die de vertaling doortrekken naar ‘stuk stront’. Hij woonde in het huis van Machir. De naam Machir is verwant aan zowel bezit als graf. En hij woonde in Lodebar. Het betekende ‘geen woord’, ‘daar waar het Woord van God niet is’ of ook wel ‘geen status’. Diep triest allemaal. ‘Ik woon in het putje van de samenleving’ had hij ook kunnen zeggen.
Mefiboseth wordt door Ziba, een vroegere knecht van Saul, bij David gebracht. Mefiboseth trilt van angst. Hij gaat er van uit dat nu ook de laatste kop uit het huis van Saul zal rollen. Dat David zijn belofte aan Jonathan niet meer serieus neemt. Gezien de macht van een koning geen rare gedachte. Mefiboseth buigt zich bovendien diep voor David net als David destijds diep voor Jonathan had gebogen. Een bewijs van eer. Maar voor Mefiboseth ook wel ongemakkelijk met zijn verlamde voeten. Daar zit hij dan als dood hoopje. Een hond aan de voeten van zijn baas. Het is klaar. Nu zal hij mij doden.
‘Wees niet bang’. Wat een mooi refrein in de Bijbel. Wees niet bang Adam, Jozua, Maria etc. etc. Het zijn de woorden van de man naar Gods hart. David vertelt Mefiboseth dat hij zijn belofte aan vader Jonathan wil nakomen. Hij geeft Mefiboseth al het land van opa Saul terug omdat hij de enige en echte erfgenaam van dat land was. Mefiboseth is geen status-loze meer. En hij mag in het paleis van David komen wonen, waar David hem behandelt als één van zijn eigen zonen. Ontroerend mooi, dat eerherstel. David kijkt totaal voorbij aan dat wat voor de rest van Israël belangrijk was: de handicap. Voor David niet relevant. Hij ziet een zoon van Jonathan en is dolgelukkig dat hij in deze zoon Jonathan mag eren.
David had Ziba en zijn familie (15 zonen, 20 knechten) aangesteld om het eigendom van Mefiboseth te onderhouden. Het land bewerken, zodat het gezin van Mefiboseth voedsel heeft. Familie? Jawel, want Mefiboseth is getrouwd en heeft een jonge zoon Micha. Later lezen we dat Micha vier zonen heeft gekregen waardoor de bijna uitgeroeide stam van Benjamin gespaard bleef. Maar Ziba is niet te vertrouwen. Op een gegeven moment grijpt Absolom, de zoon van David, de macht. David vlucht huilend en op blote voeten naar de top van de Olijfberg. De berg waar Jezus later ook vaak kwam om met zijn Vader te praten. Ziba zal gewacht hebben op zo’n moment van zwakte en verwarring. Hij gaat met een vracht eten naar David. Als je huilend bovenop een berg zit dan kan een overvloedige maaltijd voor jou en je mensen heel welkom zijn. Ziba heeft Davids sympathie en aandacht gewonnen. ‘Koning, Mefiboseth heeft bij uw afwezigheid de macht gegrepen’. Niet zo’n gekke gedachte. In de strijd tussen David en Absolom was de enige echte troonopvolger Mefiboseth opgestaan en ging hij er met de winst vandoor. David gelooft Ziba op zijn woord en wijst meteen alle bezit van Mefiboseth aan Ziba toe. Klaar ermee.
Begrijpelijk in die context, maar iets te snel. Soms is het niet slim om een groot besluit te nemen op basis van één enkel signaal. Als David na de dood van Absolom weer terug is in Jeruzalem dan komt onder andere Mefiboseth hem begroeten. Hij is al die tijd in rouw geweest. Niet geschoren, niet gewassen. Ziba had hem bedrogen. Mefiboseth wilde met David mee en vroeg Ziba vanwege de verlamming een ezel te zadelen. Maar Ziba vertikte het en zag zijn kans schoon. David beveelt dat het bezit weer terug zal gaan naar Mefiboseth. Maar dat hoeft wat hem betreft niet. David is levend en wel terug in Jeruzalem, dat is voor hem het belangrijkste. Daarin laat Mefiboseth zien dat hij deelt in de liefde van Jonathan voor David. Hoe mooi.
Lessons learned: 1. Neem nooit een grote beslissing op basis van één enkel signaal. 2. Als je een live shocking event meemaakt ben je vatbaar voor verleiding. 3. Het doet verdriet als mensen met een beperking zichzelf zien als een dode hond. 4. Waar de één vooral een beperking ziet, ziet de ander vooral een mens. 5. Een mens naar Gods hart is velen tot zegen. 6. Trouw zijn is belangrijk. 7. Vriendschappen kunnen diep gaan. 8. Er is uitzicht voor mensen zonder status.