Wel eens van Jabes gehoord? Tegenwoordig zou hij waarschijnlijk Jaap S. heten. Beetje anoniem. En zo was het eigenlijk ook met Jabes. Over Jabes geen lange verhalen. Zoek je hem dan vind je hem niet makkelijk. Net als een mannetje die ergens midden in een woestijn leeft of een koe ergens middenin een maisveld. Je moet het net weten. Jabes staat namelijk midden in een geslachtsregister genoemd. Op zich niet zo bijzonder, maar wel dat zijn complete levensverhaal er bij staat. Dat is heel erg ongewoon voor een geslachtsregister. Meestal staat er dat Dick de zoon van Karel was ‘en Dick verwekte’ etc. Je hele leven samengevat in enkele momenten van geslachtelijk verkeer. Er zijn wel uitgebreidere biografieën geschreven 😉
Maar over Jabes dus iets meer. Er staat: ‘Jabes was de aanzienlijkste onder zijn broeders; zijn moeder had hem Jabes genoemd: want, zeide zij, ik heb hem met smart gebaard. Jabes nu riep de God van Israel aan met de woorden: Wil mij toch overvloedig zegenen en mijn gebied vergroten; laat uw hand met mij zijn; weer van mij het kwade, zodat mij geen smart treft! En God schonk wat hij gevraagd had. That’s it.
Laten we er maar van uit gaan dat Jabes ‘smart’ betekent. Zijn moeder had hem zo genoemd omdat zij verdriet had gehad toen ze Jabes ter wereld bracht. Maar pas op wat je met namen doet! In een naam kan zegen of vloek liggen. Bekend verhaal is dat van Benjamin, de zoon van Jakob. Rachel, die Benjamin baarde, noemde hem in eerste instantie Ben-oni (zoon van het ongeluk) omdat ze door hem stervende was. Maar daar wilde Jakob niets van weten. Hij noemde hem Ben-jamin (zoon van het geluk, bekend van de snoepwinkels ‘Jamin’ ;). Jakob had het zelf ook niet makkelijk met zijn naam die ‘hij greep de hiel, hij verdrong’ betekent. En Petrus, rots, werd de hoeksteen van de eerste gemeente. Tja, wat moet ik dan met Dick he? Betekent ‘machtig, dapper heerser’.
Maar de moeder van Jabes legde dus een geestelijke last op hem door hem ‘stuk verdriet’ te noemen. Daar had hij last van. En naar zijn moeder toe gaan voor een andere naam dat ging niet. Dus moest hij er mee dealen. Maar Jabes kende God. Gaaf om te zien dat hij met zijn probleem naar God toe gaat en supervrijmoedig gaat bidden. Het is een krachtig gebed van 4 punten:
1. Wil mij toch overvloedig zegenen. Ooit zoiets gebeden? Ik weet niet hoe het met jou gaat, maar ik bid wel vaak of God iemand anders wil zegenen. Mensen die in moeilijkheden zitten, mensen die opgroeien en allerlei verleidingen tegenkomen. Mensen die wel een extra steuntje kunnen gebruiken. Mensen die ik liefheb. Heer, zegen hen. En als het voor mezelf is dan gaat het meestal over activiteiten. Heer, zegen mijn tentamen. Heer, zegen het gesprek. Dat soort gebeden. Jabes gaat daar ver overheen. Wil a. mij b. toch c. overvloedig zegenen. Hij vraagt zegen voor zichzelf. Toch, dat is, in strijd met mijn naam. En wel overvloedig, dus niet zo’n beetje maar dat de zegen met bakken uit de hemel komt zetten. Een bourgondisch, weldadig, haast tikje overdadig gebed. Heer, overstelp mij. Je moet er maar tegen kunnen. Ik vind dat mijn broer Jabes een prachtig voorbeeld geeft. Hij wil niet in een hoekje zijn leven uitzitten als stuk verdriet, maar relevant zijn. En hij weet dat hij God daar hard voor nodig heeft.
2. En mijn gebied vergroten. Jabes vraagt God heel concreet om meer land. Ik beeld me zo in dat hij als stuk verdriet een inimini stukkie land heeft gekregen. Net genoeg om een bos wortels op te verbouwen. Ken je dat soort woorden ‘met hem wordt het toch niks, we kunnen het land beter aan zijn broer geven’. Maar Jabes vraagt God om een groter stuk land. En krijgt het. Zijn schande verdwijnt. Leuk om te zien dat een ander ‘geslachtsregisterincident’ ook ongeveer zo gaat. Aksa, de dochter van Kaleb vraagt haar pa ‘Geef mij toch een huwelijksgift, nu gij mij een dor land gegeven hebt; geef mij ook waterbronnen. Toen gaf Kaleb haar de hoog- en de laaggelegen bronnen’. Ook Aksa kreeg op haar vraag uitbreiding van haar land. Het is aantrekkelijk om deze vraag ook geestelijk te zien. Bruce Wilkinson heeft een prachtig boekje over het gebed van Jabes geschreven. Daarin schrijft hij onder andere dat hij adviseert elke dag het gebed van Jabes te bidden en God dus te vragen om gebiedsvergroting. Daarmee bedoelt hij dat je mogelijkheden krijgt om van Jezus te vertellen. Een mooie gedachte.
3. Laat uw hand met mij zijn. Dat is mooi van Jabes. Hij weet dat het geen enkele zin heeft als God eenmalig langs komt met zegen. Hij vraagt of hij de hand van God in zijn leven aanwezig mag zien. Dat God hem met die hand wil bijsturen, net zoals jonge ouders dat met hun peuter doen. Zo wil Jabes ook bijgestuurd worden, op het goede pad worden geholpen. Gods hand is ook de hand die geeft, uitdeelt. Jabes wil graag van God ontvangen. En ten slotte is de hand van God een hand die met macht regeert. Jabes voelt zich veilig omdat hij weet dat God alle macht heeft. Het volk Israel heeft het regelmatig gehoord bij de uittocht uit Egypte, dat God hen met machtige hand uitgeleid had. Hetzelfde Hebreeuwse woord ‘bə·yaḏ; hand’. Daar zal Jabes ongetwijfeld op gedoeld hebben toen hij het over de hand van God had.
4. Weer van mij het kwade, zodat mij geen smart treft. Jabes beschouwt zijn naam als een vloek op zijn leven. ‘Weer van mij het kwade’ doet me sterk denken aan ‘verlos ons van de boze’ uit het Onze Vader. Jabes wil niet dat zijn leven onder een deken van vloek ligt. Hij wil niet dat hem verdriet zal treffen zoals zijn naam over hem uitroept. Hij wil niet dat de duivel zijn naam als aanleiding ziet om hem te kwellen. En daarom vraagt hij Gods bescherming over zich. Verlos mij, bescherm mij. Jabes erkent daarmee de realiteit van de geestelijke wereld waarin wij leven. Er is meer dan we met onze ogen zien. De echte strijd is een geestelijke strijd tussen God en zijn engelen aan de ene kant en de duivel en zijn gevallen engelen aan de andere kant. Jabes wil geen speelbal worden.
En God schonk Jabes wat hij gevraagd had. Het stuk verdriet werd de aanzienlijkste onder zijn broeders.
Lessons learned: 1. Namen zijn niet waardevrij. Woorden hebben kracht. 2. Je mag heel vrijmoedig bidden. 3. Jabes had alle reden een hekel te hebben aan zichzelf en het leven. Maar hij wordt de aanzienlijkste onder zijn broers. Door te bidden om een overvloedige zegen van God. 4. Bid God of hij je gebied wil vergroten, oftewel dat mensen door jou Jezus zullen leren kennen. 5. Als de hand van God met je is kun je op zijn hulp, sturing en bescherming rekenen. 6. Als je het gevoel hebt speelbal te zijn in een geestelijke strijd die groter is dan jezelf, bid dan het gebed van Jabes ‘God, weer van mij het kwade’.