Er is een tijd geweest dat ik dacht dat God voor alles van mij verlangde dat ik regels in acht nam. Grondregels als ‘God bestaat’, ‘De Bijbel is van kaft tot kaft waar’, ‘Twijfel bestaat niet en/of aan Gods bestaan twijfel je niet’, ‘God vergeeft’ en ‘Ik zondig’. Maar ook praktische regels als ‘Niet schaatsen op zondag’, ‘Zondag ga je twee keer naar de kerk’, ‘Orgaandonatie is fout’ en ‘Geef God je tienden’. Uit die grondregels en gewone regels kwam een ideaal gedragspatroon voort. Als je dat patroon elke dag zo veel mogelijk volgde en dagelijks je bouwvallige staat voor God beleed dan kon ik de dag afsluiten. Niet dat het dan goed was. Meer dat er geen wanklank gevallen was. Dat ik er zonder kleerscheuren vanaf gekomen was. Geen fouten toevoegde aan het debetsaldo. Terugkijkend een heel somber keurslijf van ik arme zondaar.

Ik denk dat God het zo niet bedoeld heeft. Als regels en hart niet gelijk op gaan zijn beide doelloos en is je leven een opeenstapeling van gemiste kansen. Je houdt dan liefde in. Je bereikt niet je bestemming. Een staat van vrijwillige armoede. Ik stel me zo voor dat God je bij de hemel liefdevol opwacht en zegt: ‘Jongen, waarom zo krampachtig. Men, wat had ik veel voor je klaarliggen, maar je hebt zo veel in de grond gestopt’. Er zijn regels die belangrijk zijn. Niet vanwege de regel maar omdat ze een levende waarheid inhouden. Zo is het bestaan van God een levende werkelijkheid. Een waarheid waar je met heel je hart vol van kunt zijn. Want een levende God betekent dat Hij je vandaag kracht en liefde geeft. Dat Hij je vergeeft zoals ik mijn zoontje uiteraard vergeef wat hij onbedoeld fout doet. Is toch logisch in the family? Je kent elkaar en weet wat je aan elkaar hebt. Of anders gezegd: je kent elkaars hart en weet hoe je de dingen bedoelt.

Zo is het ook met God. Hij kent je hart en weet hoe je de dingen bedoelt, ongeacht hoe gebrekkig je ze verwoordt of uitvoert. Heb je eenmaal een hartsrelatie met God waarin alles bespreekbaar is dan is het ook volstrekt normaal dat je je afvraagt wat God fijn zou vinden. Je leert kijken vanuit Zijn perspectief zoals ik me afvraag wat mijn vrouw prettig zou vinden; waarin ze mijn liefde ervaart. Bijvoorbeeld in het mosterdsoepje dat ik zopas voor haar klaar zette na een lange dag werken. En waar ze nu heerlijk van zit te smikkelen zegt ze. Die 10% van je inkomsten geven is te vergelijken met het mosterdsoepje voor mijn vrouw. Met die 10% laat je zien dat je de Bijbel serieus neemt, Hem wilt gehoorzamen en wat voor Hem over hebt.

En daarna wordt het heerlijk uitdagend. Want als je van elkaar houdt dan vallen tal van regels weg. Doe wat je doet voor de Heer. Nou, waar sta je en waar kies je voor? Ja hallo, maar dan kan iedereen dus maar doen waar hij zin in heeft? In essentie wel ja. Wat ik probeer aan te geven is dat het criterium niet ligt in de regel maar in je hart. Waarom doe je de dingen? God is erg duidelijk dat hij een grondige hekel heeft aan geestelijke gewoontes waar je hart niet bij betrokken is. Vroom gedoe. En andersom heeft Hij er ook een grondige hekel aan als je andere dingen voor laat gaan boven Hem. En dat is nog wel een dingetje dat ik wil noemen. Jezus is heel duidelijk geweest over de kerkelijke gemeente als het lichaam waar niemand gemist kan worden. Ik hoor van steeds meer mensen die van Jezus houden, maar allerlei uitjes op zondag plannen en daarvoor de gemeentebijeenkomst laten schieten. Ik mis ze. Hoe kun je nou van harte lid van een lichaam zijn en het mede opbouwen als je er regelmatig niet bent, overmacht daargelaten?

Dus conclusie van dit alles: laat je hart spreken, leef dagelijks dicht bij Hem en ontspan! Benieuwd hoe jullie hier tegenaan kijken.

God & Ons Hart