Jezus moest niet zoveel hebben van allochtonen. Ze komen je land bezetten. Willen de beste waterbronnen. Ze pikken je banen als visser en tentenmaker in. Nemen hun kwalijke onreine gebruiken mee. Zetten je te kijk in je eigen land. Roepen onverstaanbare dingen. Burgeren niet echt in… Hm, van dit alles is niks in de Bijbel te vinden. Wat wel?
1. Jezus & de Romeinen. In de tijd van Jezus hielden de Romeinen het land bezet. Overheersing. De Joden hadden weliswaar vrijheid, maar altijd binnen grenzen. Het staatsgezag en het juridische systeem waren in handen van de Romeinen. En Jezus gaat daar eigenlijk heel ontspannen mee om, ook als de Joden hem met de Romeinse overheersing confronteren. ‘Geef de keizer wat des keizers is’. Jezus blijft gewoon zichzelf, laat zich niet afbrengen van zijn programma, namelijk het grootmaken van zijn Vader in de hemel. En als er een Romeinse officier naar Jezus toe komt omdat de knecht van deze Romein ziek is, dan zegt Jezus niet: ‘Genezen? Rot ff op naar je eigen land joh’. Maar Jezus gaat met hem in gesprek, prijst het geloof van deze Romein, stelt hem ten voorbeeld aan de Joden en geneest zijn knecht.
2. Jezus & de Samaritanen. De Samaritanen waren Joden die zich vermengd hadden met door Assyrië binnengebrachte kolonisten. Door de Joden werden ze niet als zuiver Joods gezien en dus moesten de Joden niet zoveel van ze hebben. Maar Jezus neemt uitgerekend de Samaritaan als voorbeeld in de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan. Net als bij de Romein kijkt Jezus naar het hart. Eén van de meest intieme gesprekken die van Jezus in de Bijbel staan opgetekend is met een Samaritaanse vrouw. Zij is nogal schuw. Jezus ziet haar ellende en reageert bewogen en liefdevol. ‘Maar meneer, u weet toch dat ik Samaritaanse ben’. Zekers weet Jezus dat, maar dat maakt niet dat hij minachting voor haar voelt. Integendeel.
3. Jezus & de afvallige Joden. Jezus had te maken met mensen die niet leefden naar de Joodse wetten. Joden zijn die in hun doen en laten ver afgedreven waren. Hoe gaat Jezus met hen om? We lezen hoe Jezus omgaat met de tollenaar Zacheus. Dit mannetje werd gezien als NSB-er, landverrader, heult met de Romeinse vijand. Tot afschuw en verbijstering van de Joden – en ongetwijfeld ook van de discipelen – staat Jezus bij hem stil, zoekt hem op, komt bij hem in huis, praat met hem en bewerkt een totale ommekeer in zijn leven. Nog eentje: een overspelige vrouw die door de Joden op het marktplein was gesleept met de bedoeling haar te stenigen. Jezus wil er niet aan meewerken. In tegendeel. ‘Ga maar naar huis lieverd en zondig niet weer’.
4. Jezus & de Heidenen. Er waren ook heidenen in Israël. Mensen uit andere volken die om welke reden ook in Israël verbleven. Romeinen, maar ook andere volken. Jezus raadt de leiders dringend aan om conflicten binnen de kerk onder vier ogen op te lossen. Wil degene met wie je in gesprek bent niet luisteren dan ‘zij hij je als de heiden en de tollenaar’. Heidenen en tollenaars horen dus geestelijk gezien tot dezelfde categorie. Mensen met wie je liefdevol omgaat, maar die zichzelf door hun geestelijke houding buiten de kerk plaatsen. Jezus heeft niet veel contact gehad met andere heidenen dan hierboven genoemd. Wel geeft hij zijn 12 discipelen de instructie om niet naar de heidenen en naar de Samaritanen te gaan om daar het evangelie te verkondigen. Eerst de Joden. Maar dat heeft weinig te maken met ‘eigen volk eerst’. Maar met de onervarenheid van de discipelen en het verlangen van Jezus om de Joden tot de Vader te brengen. Bij zijn afscheid maakt Jezus de kring breder. ‘Maak alle volken tot mijn discipelen’.
What Would Jesus Do? Nou, niet veel bijzonders eigenlijk. Jezus ging heel normaal en natuurlijk, heel liefdevol en toegewijd, om met allochtonen. Maakte zich niet sappel over andere gebruiken of overheersing. Veerde daar gewoon wat in mee. En ging steeds weer op zoek naar het hart van die ander. Wat zou Jezus tegen ons zeggen als we hem zouden vragen hoe we om moeten gaan met het gevoel dat ons land, onze wereld, overspoeld wordt met vluchtelingen? Met haat? Met polarisatie? Ik denk dat Jezus zou zeggen: ‘Zoek het in de goede dingen. Zoek eerst het Koninkrijk. En zoek hun hart. Blijf gewoon de liefde uitdelen die Ik in je gelegd heb. Dan krijg je vanzelf van die kostbare momenten die Ik meegemaakt heb met die Romeinse officier, die tollenaar en die Samaritaanse vrouw’. Niet moeilijk, wel lastig.