‘Ik wil de Joden in Frankrijk en de Joden in Europa laten weten: de staat Israël is uw thuis’.  Dat zei de Israëlische premier Benjamin Netanyahu vlak voordat hij deel ging nemen aan een herdenkingsmars naar aanleiding van de aanslag in de Joodse supermarkt in Parijs van vorige week. Ook Christenen voor Israel zet zich al jarenlang in voor Joden die naar huis, naar Israël willen. Christenen voor Israël ziet een Bijbelse grond voor deze terugkeer in de woorden van Jeremia 32: ‘Ik zal ze voorgoed in dit land planten, met heel Mijn hart en heel Mijn ziel’.

Nou is het op zich heel natuurlijk als mensen terugkeren naar hun geboorteland. Hun roots. Als het om Marokkanen of Turken zou zijn gegaan dan weet ik zeker dat de meerderheid in Nederland die gedachte had aangemoedigd. Ongetwijfeld hadden er woorden van waardering geklonken in Den Haag. Al zou de toonzetting divers zijn. Geert Wilders zou ze nog een schop na geven en ze persoonlijk bij de grens komen uitzwaaien. Meer gematigde politici zouden hun goed recht tot terugkeer benadrukken, hen bedanken voor al hun inspanningen in Nederland en hen prijzen om hun voornemen om mee te bouwen aan het thuisland.

En laten wel zijn, voor heel veel mensen is thuiskomen in hun vaderland hun meest dierbare verlangen. Herenigd te worden met geboortegrond, familie en vrienden. Nadat ze door oorlog, politiek of natuurrampen ontheemd waren geraakt. Menig NGO heeft als hoofdtaak om mensen in dit verlangen te steunen. Andere NGO’s helpen bij democratiseringsprocessen zodat de voorwaarden voor terugkeer worden geoptimaliseerd. Weerbarstig, maar belangrijk werk. Maar de Joden, dat is toch een ander verhaal en wel om meerdere redenen.

1. Terugkeer klinkt bij Joden al snel als deportatie. Dat Joden op drift zijn is van alle tijden. Welk volk is zo opgejaagd als de Joden? Als Joden massaal de beweging naar Israël maken dan doet dat sterk, te sterk, denken aan de Tweede Wereldoorlog. Bij geen enkel volk ligt de terugkeer naar een vaderland daarom zo gevoelig als bij de Joden.

2. Menigeen heeft een afkeer aan Joden. In het verlengde daarvan ligt de reden van terugkeer. Een aanslag in een Joodse supermarkt in Parijs. Voortdurende misdragingen ten opzichte van Joden in tal van Europese steden. Opperrabijn Jacobs constateerde in juli al dat het antisemitisme in Nederland toeneemt. Dat zei hij nadat er drie keien tegen de glazen deur van de rabbijn waren gegooid. En juist omdat Joden worden weggepest komt de politiek voor hen op. De Joden mogen best vertrekken, maar niet omdat er geen plek meer voor hen is in Nederland!

3. Joden horen bij de inboedel. Al sinds de middeleeuwen wonen er Joden in Nederland. Daardoor ‘voelen’ de Joden voor ons niet zo erg als allochtonen. Dat wordt nog een keer versterkt door de verwijzing naar de ‘joods-christelijke wortels’ van Nederland, waar in politiek Den Haag regelmatig naar wordt verwezen. Overigens hebben we nog zo’n volkje dat we niet als allochtonen zien en dat zijn de Chinezen. ‘Ik ga naar de Chinees’ is een begrip in Nederland. Het Chinese restaurant was jarenlang toonbeeld van de ijver van de Chinezen. Je zag ze niet en hoorde ze niet en ze hielden hun hand niet op. Want ze waren aan het werk in hun restaurants.

4. Joden betekent business. De Joden zijn onlosmakelijk verbonden aan het bankwezen en de diamanthandel. Joden als business mensen die overal hun invloeden hebben, met name in Amerika. Die nauwe verwevenheid met de handel zou nog wel eens een reden kunnen zijn dat we ze niet graag zien vertrekken.

Als ik dit allemaal zo overdenk dan realiseer ik mij hoe ontzettend belangrijk het is als je op z’n minst van één plek op aarde kunt zeggen: hier ben ik thuis.

Joden terug naar Israël?