De hulporganisaties zijn weer in het nieuws. Natuurlijk vanwege hun goede werk dat ze in al die brandhaarden doen. In veel gevallen met inderhaast opgetrommelde partnerorganisaties met alle risico’s van dien. Mijn advies: kijk bij het besteden van je noodhulpeuro’s goed welke organisaties al jaren in het betreffende gebied zitten. Elke organisatie kan namelijk maar in een paar landen tegelijk zitten. Alleen de hele grote jongens kunnen in veel landen tegelijk opereren. Als zich dan een ramp voordoet dan kunnen ze meteen terugvallen op hun lokale aanwezigheid. En dan zijn er nog de organisaties die van noodhulpinterventies hun specialisme hebben gemaakt, zoals ICRC (het Rode Kruis) en Artsen zonder Grenzen.

Het Rode Kruis laat deze dagen weten dat ze honderden miljoenen extra nodig heeft om alle noodhulp te kunnen verlenen die in de brandhaarden in Azië (Isis-geweld, Gaza-strook) en Afrika (ebola virus) moet worden geleverd. Nou kan het zijn dat je daar een paar keer van slikt. Oeps, honderden miljoenen, hoe kunnen we dat ooit opbrengen. Misschien goed om te weten dat het Nederlandse Rode Kruis maar een schakeltje is in het grote geheel. Zij hebben in 2013 een slordige 38 miljoen uitgegeven aan internationale hulp. De rest van de 850 miljoen werd door Rode Kruizen uit andere landen betaald. Bovendien ontvangt deze club 85% van hun inkomsten van de overheid. Dus het beroep op jou en mij is beperkt. Geef ruim met je hart, maar realiseer je dat niet alles van jou afhangt.

Dan is er nog iets wat het Rode Kruis een wat log gevaarte maakt. En dat is dat ze hun geld labelen. In het wereldje van de goede doelen is dat een belangrijk en tegelijk wat gevoelig onderwerp. Als je geld ophaalt dan kun je dat namelijk op twee manieren doen. Je kunt van tevoren aangeven waar het geld voor bestemd is. Of de donor geeft dat aan (bv voor een reddingsboot van de KNRM op jouw naam). En daar moet je het dan ook aan besteden. Of je geeft alleen aan dat het ‘voor het werk van de organisatie’ bestemd is. Dan maakt de organisatie zelf uit waar het naar toe gaat. Uit die laatste pot worden naast de projecten onder andere de organisatiekosten betaald. De organisatie is namelijk vrij in de besteding en moet de personeelskosten toch ergens van betalen, nietwaar? Het probleem bij noodhulpacties is dat de inkomsten bij populaire projecten zoals de Tsunami met tientallen miljoenen tegelijk je drempel over klotsen en dat lang slepende problemen haast geen geld opleveren, zoals Honger in Afrika.

Tja, en wat moet je dan, als de gelden vast komen te zitten? Dan moet je gewoon eerlijk zijn. En eigenlijk is er maar één organisatie die dat durft. Dat is Artsen zonder Grenzen. Bij de Tsunami van 2004 gaf Artsen zonder Grenzen het moedige signaal dat ze voldoende geld hadden ontvangen. Stop met geven! En ze vroegen hun donateurs of ze een deel van het geld aan een ander project van Artsen zonder Grenzen mochten besteden. Transparant en eerlijk. En ze hebben van de Tsunami geleerd. Artsen zonder Grenzen labelt het geld niet meer. Heeft geen bestemmingsfondsen meer vast zitten. In tegenstelling tot het Rode Kruis zitten zij niet in de problemen als het om geld gaat. Zij hebben voldoende miljoenen in kas om de brandhaarden te lijf te gaan. Het enige probleem is de uitputting van hun mensen. Want uiteraard is de belasting op die geweldige artsen en verpleegkundigen momenteel erg hoog.

Laat deze ontwikkeling een les zijn voor de noodhulporganisaties. En laten ze vooral naar het goede voorbeeld van Artsen zonder Grenzen kijken. En read my lips: bij hen komt het geld wel binnen. Omdat niet naar geld hengelen maar in alle bescheidenheid laten zien wat ze waard zijn.

RampHulp